Ondanks dat je afspreekt dat iedereen helemaal gaat voor de groep, heb je soms het gevoel dat een bepaalde deelnemer (of een aantal deelnemers) zichzelf niet maximaal inzet. Dat kan tot frustratie leiden bij jou, als groepsleider, en uiteindelijk misschien ook in de groep.
Voorkomen is beter dan genezen
Natuurlijk is voorkomen beter dan genezen. Er zijn twee belangrijke tips om te voorkomen dat zo’n situatie ontstaat:
- De eerste heb je zelf waarschijnlijk al bedacht: duidelijke afspraken maken. Aan het begin van het traject maak je met de deelnemers duidelijke afspraken over aanwezigheid en inzet. Eventueel kun je dat zelfs schriftelijk vastleggen, al is het creëren van een gezonde cultuur een stuk belangrijker dan een ‘contract’.
- Een andere belangrijke factor is om als leider(s) een persoonlijke relatie op te bouwen met de deelnemers. Een deelnemer die zich gezien en gekend voelt, zal sneller zijn verantwoordelijkheid nemen en vaker het project prioriteit geven boven andere aspecten uit zijn/haar leven. In een grotere groep kun je in dit kader deelnemers verdelen onder leiders.
Tips
Mocht de inzet van een deelnemer toch kleiner zijn dan je zou willen, dan is het belangrijk om daar zo vroegtijdig mogelijk op in te spelen. Als je de situatie laat voortduren groeit de frustratie en ligt (onnodige) escalatie op de loer. Je kunt de volgende stappen overwegen:
- Probeer zo snel mogelijk een persoonlijk gesprek, één op één, aan te gaan met deze deelnemer. Doe dit niet in de groep of via whatsapp. De relatie die je gedurende het seizoen hebt opgebouwd komt hier goed van pas, want een deelnemer zal sneller iets aannemen van iemand die hij/zij goed kent. Bespreek wat je observatie is en vraag naar de gedachten van de deelnemer. Maak dit gesprek niet zwaarder dan nodig.
- Vaak zal blijken dat er meer achter de situatie zit. Er zijn bijvoorbeeld moeilijke omstandigheden thuis of op school, of er speelt iets in de groep waar jij geen weet van hebt. Bied dan je hulp aan, waar mogelijk.
- Maak waar nodig alternatieve afspraken met de deelnemer. Een deelnemer die bijvoorbeeld bij de uitvoering van acties in het weekend verhinderd is, kan misschien een grotere rol spelen bij de voorbereiding daarvan. En een deelnemer die verder weg woont, bijvoorbeeld vanwege studie of stage, kan misschien een grotere rol spelen bij de organisatie en (online) marketing van acties. Communiceer deze afspraken ook duidelijk in de groep, om te voorkomen dat daar scheve gezichten ontstaan.
- Als je merkt dat er in de groep frustratie is over een deelnemer die minder inzet vertoont, laat deelnemers elkaar daar dan (op een opbouwende manier) op aanspreken. Een deelnemer zal een aansporing van een groepsgenoot misschien wel serieuzer nemen dan een aansporing van jou als leider, zeker als je ook al geen sterke persoonlijke relatie met diegene had.
- Als het je zinvol lijkt kun je de ouders van de deelnemer betrekken. Maar pas op dat je nooit via de ouders met een deelnemer communiceert. Een deelnemer zal dan snel het gevoel krijgen dat je hem/haar niet serieus neemt. Communiceer altijd rechtstreeks met een deelnemer en zet ouders alleen in om als thuisfront extra support aan de deelnemer te geven.
Tenslotte
Bedenk dat 100% inzet niet voor iedere deelnemer hetzelfde is. Sommige deelnemers hebben nu eenmaal meer tijd en energie dan andere deelnemers. Het is normaal dat in een groep sommige deelnemers voor alles te porren zijn, terwijl anderen zich iets terughoudender opstellen. Respecteer dat en bespreek dat, waar nodig, ook in de groep.
Dreig (bijna) nooit met het ‘uit de groep zetten’ van een deelnemer. Dat levert een vervelende dynamiek op in de groep, die je bijna altijd meer zal kosten dan simpelweg accepteren dat een deelnemer wat minder doet.
Bedenk tenslotte dat juist een deelnemer die nog niet perfect is het meeste kan leren van een World Servants-project. Een deelnemer voor wie het leven niet voor de wind gaat, heeft vaak nóg meer aan een World Servants-avontuur dan een deelnemer voor wie het leven al op rolletjes verloopt.