‘In 1997 kwam een World Servants-groep naar Catadupa om mee te bouwen aan een klaslokaal en een keuken. Voordat die groep kwam, bestond de basic school uit een houten gebouwtje. Hier gingen de kinderen van drie tot zes naartoe en kregen een warme maaltijd. Er was geen keuken bij de school. Daarom werd er in de kerk, een eind verderop, gekookt. Het aantal leerlingen groeide en al snel was er onvoldoende ruimte. Ouders zagen het niet zitten om hun kleine kinderen naar een school kilometers verderop te sturen en hielden ze daarom thuis. De kinderen hingen dan in huis rond of gingen de straat op. Een nieuw schoolgebouw was dus meer dan welkom.
En nu staat de school er alweer dertien jaar. Het nieuwe gebouw zorgt ervoor dat kinderen zich beter kunnen concentreren en ze krijgen een voedzame, gezonde maaltijd. Het is prachtig om de kinderen te zien opgroeien. Ze komen hier binnen zonder te weten hoe ze een pen vast moeten houden, en kunnen lezen en schrijven als ze de school verlaten. Het verwarmt mijn hart om deze ontwikkeling telkens weer te mogen zien. De nieuwe school zorgt voor meer betrokkenheid en eenheid in de hele gemeenschap. Er komen veel mensen uit het dorp af op activiteiten zoals sport of het eindfeest.
Tijdens het World Servants-project heb ik voor de groep gekookt. Een hele nieuwe, maar ook goede ervaring om met mensen uit een ander continent samen te werken. Ook nu (zomer 2010, red.) is er weer een groep in Catadupa om mee te helpen aan een nieuw klaslokaal. Deze groep slaapt in het lokaal dat in 1997 gebouwd werd en ook voor deze groep mag ik weer koken. Ik word vervuld met vreugde als ik deze nieuwe groep aan de slag zie.’