Ik ben een ‘mensen-mens’. Als je dat zo kunt zeggen. Ik ben sociaal ingesteld, als ik mijn mond open doe, duurt het vaak heel lang voordat deze weer dicht gaat. Ik kan best eerst even de kat uit de boom kijken, maar wanneer ik me bij iemand vertrouwd voel, deel ik heel veel.
Zo ging dat ook tussen mij en Lazarous, een man die ik in Zambia heb ontmoet. Tijdens mijn drie weken daar hebben we heel vaak samen gewerkt en daardoor ook veel gepraat. We leerden stukje bij beetje woorden, zinnen en ook liederen uit elkaars taal. We werden al snel heel hecht en daardoor was het naderende afscheid voor beide erg moeilijk. Want ja, aan elk project komt een einde, zo ook aan deze. Na de laatste afscheidswoorden, knuffels en foto’s vertrokken we en liet ik Lazarous en mijn andere Zambiaanse vrienden achter. Mijn tranen kon ik niet langer inhouden. Zoals altijd viel ook deze keer het afscheid nemen me zwaar.
Ik heb daarna nog hele mooie dagen met mijn groepsgenootjes meegemaakt, voordat we weer in Nederland waren. Tijdens de reis naar huis was er nog veel mogelijkheid tot gesprek. Tijdens een van deze gesprekken realiseerde ik me, dat ik, doordat ik zo open ben geweest, heel veel mensen in mijn hart heb toegelaten, waardoor het zo moeilijk was om afscheid te nemen.
Maar wat als ik me niet zo open had gesteld? Dan had ik deze geweldige mensen ook niet zo goed leren kennen, als dat ik ze nu ken. Nog steeds koester ik deze reis en de daar opgebouwde vriendschappen. En ook nog steeds krijg ik af en toe een berichtje vanuit Zambia met de groeten van Lazarous en zijn gezin.
Dan begint het toch weer te kriebelen om ze op te zoeken. Maar ja, ook dan zal ik weer afscheid moeten nemen…