Zambia | Bart en Machiel trokken naar Zambia en ontmoetten... zichzelf

Bart en Machiel zijn vrienden sinds VWO 2. Bart wilde wel helpen toen Machiel hem vroeg voor een van zijn acties voor World Servants. Dat een avondje lunchpakketten inpakken hen uiteindelijk samen in Zambia zou brengen, hadden ze niet verwacht…

Supergezellig

Bart: ‘Machiel vroeg me dus om te helpen. Lunchpakketten inpakken, daar kregen we dan geld voor, voor World Servants. Nou ja, ik had wel tijd om te helpen en het was gewoon supergezellig. Lekker samenwerken. En toen dacht ik: ‘waarom ga ik eigenlijk zelf niet mee?’ Zo is het gekomen.’

Machiel: ‘Het was echt een leuke actiegroep. Leuke acties, veel jonge mensen. En het ging voorspoedig. Veel hulp van vrienden en familie en iedereen was heel ontvankelijk. Vooral de viooltjesactie was leuk. Met karren langs de huizen, muziek erbij en allemaal mensen die blij worden van onze bloemetjes.’

Machiel: ‘Het is ook leerzaam, zo’n jaar. Je leert hoe vergaderingen later in het echt zouden kunnen gaan, met notuleren en openingen enzo.’

Je nieuwe familie

Bart: ‘We waren een half uur te vroeg op Schiphol. Dat is altijd zo bij mijn familie. Ik kreeg m’n hamburger niet weg van de zenuwen. Je voelt dan echt ‘het gaat beginnen’ als je verderop al die rode T-shirtjes ziet. Machiel: ‘Ja, dat is dan je nieuwe familie voor drie weken. Je weet nog niet alle namen, maar je weet dat het je reisgenoten zijn. Ik had er echt zin in, ik was opgewonden. Ik was nog nooit zo ver weg geweest. Dus alleen de reis was al cool.’

Zambia!

Machiel: ‘Dat vliegveld daar is flink anders. We liepen gewoon over de landingsbaan. Verderop verwelkomde Moffat ons. Je zag meteen dat hij er zin in had om met ons een prachtige tijd te hebben. De bus bracht ons naar het hostel voor de eerste nacht.’ Bart: ‘We gingen snel slapen, de volgende ochtend zou onze bus al om vijf uur vertrekken. Gewoon een lijnbus, we reisden samen met Zambianen. Dertien uur lang. En voordat we vertrokken hebben we samen gebeden, dat maak je in Nederland niet mee.’ Machiel: ‘Het was echt zoals je een Afrikaanse bus voorstelt. Volgepakt met van-alles-en-nogwat. Dozen, tassen, reserve-onderdelen… Het landschap was groen. Veel bos, heuvels en later bergen. ’ Bart: ‘En overal kleine dorpjes. Soms stopten we en als er markt was, dan liep de bus leeg en kwamen ze terug met nog meer spullen. En overal kon je bananen kopen door het raam.’

Kavinaka

Machiel: ‘Uiteindelijk arriveerden we in Kavinaka. De mensen zongen en dansten en trokken ons mee. Zo van ‘laat maar zien hoe jullie dansen.’ Dus daar stonden we met zo’n doek om… En als je goed keek, was het enige muziekinstrument dat ze hadden een pan, die ze als trommel gebruikten.’ Bart: ‘Ik zag eerst eigenlijk geen dorpje. Ik zag alleen de school en het voetbalveld. Pas later zag ik de kleine paadjes alle kanten op, naar de huizen.’ Machiel: ‘Die school heeft World Servants eerder gebouwd. Zo gaaf, volgens mij zelfs opnieuw geverfd en nog helemaal netjes. Dan weet je dat ze er goed voor zorgen, dat voelt goed.’

Bouwen

Bart: ‘De volgende dag stonden we allemaal om de waterput en Adams de aannemer legde uit hoe je moet metselen. Iedereen lette natuurlijk goed op, want die twee lerarenwoningen waren ons doel.’ Machiel: ’De bakstenen hadden ze al gebakken. Er was sowieso veel voorbereid. We hebben het zo goed als af gekregen, het dak zat erop toen we weggingen. Laatst stuurde Moffat nog foto’s. De muren strak geschilderd, ramen erin, latrines af. Supernetjes!’ Zo gaaf dat er nu geschoolde leraren zijn in Kavinaka! Dat gaat veel teweeg brengen, want alles begint met scholing.

Op bezoek bij…

Bart: ‘Op een gegeven moment gingen we eropuit. Na een kwartiertje lopen waren we bij de rivier, of wat daar nog van over was. In de droge tijd is het een modderpoel. Dan besef je hoeveel verschil de pomp in het dorp maakt. Daarvoor dronken de mensen hieruit…’ Machiel: ‘Je wilt tijdens een bezoek uitleggen hoe het is in Nederland, maar dat lukt gewoon niet. Het is zo anders. We hebben samen pannenkoeken gebakken, dat vonden ze geweldig. Eén van de kinderen werd er speciaal voor wakker gemaakt: ‘this is pannakoeka!’’ ‘Ze vroegen ook wat ik wilde worden, leraar of dokter. Ze konden niet begrijpen dat er andere opties zijn als je in Nederland studeert.’

Jezelf ontdekken

Bart: ‘Ik vind het tof dat we samen gingen, want nu kun je samen terugblikken. Op school zien we elkaar elke dag en dan heb je toch vaak fl ashbacks.’ Machiel: ‘In Zambia hebben we elkaar niet zoveel gesproken. Je bent dan vooral bezig met de mensen die je minder vaak ziet. Iedereen trok met iedereen op.’ Bart: ‘Ja en je kon gewoon jezelf zijn. Veel meer dan in Nederland. Iedereen in de groep accepteerde je, je mocht er gewoon zijn. De hele groep was positief en gemotiveerd. Je werkt hard, maar toch is het een soort mentale vakantie. Je mag echt zijn wie je bent. Zo’n ongedwongen sfeer!’ Machiel: ‘In het echte leven probeer je er onbewust altijd bij te horen en ga je mee met de massa. Dat hoefde daar niet. Het maakte niet uit, je was jezelf en dat was prima. Dat geeft zoveel rust, je werd oprecht geaccepteerd. De reis/ervaring heeft mij dankbaarder gemaakt. Die kleine dingen, fruit of volledig in extase van een flesje cola. Of knakworsten bij het kampvuur. Dat is in Nederland zo vanzelfsprekend. Ik wilde best een stukje van dat gevoel meenemen, dat ‘knakworstenwaardeerstukje’ bijvoorbeeld. Dat je bij je oma komt en dat je oprecht blij kunt zijn als ze knakworstjes heeft. Ik heb me voorgenomen om dankbaarder te zijn en dat is me ook wel aardig gelukt.’

Geloven

Bart: ‘Bij mij thuis was het nog wel een puntje dat World Servants christelijk is. Ik ben zo niet opgevoed en ik twijfelde dus wel of ik me daarbij op m’n gemak zou voelen. ‘Straks ben ik de enige die niet gelooft’, dacht ik nog. Maar het is gewoon oké, iedereen accepteert je. En dan is het juist interessant als je mag vertellen hoe jij dingen ziet en om te horen hoe anderen ergens in staan. Want op school heb je het hier gewoon helemaal niet over. Het is mooi als iedereen zichzelf mag zijn.’ Machiel: ‘Ik ben wel gelovig, dus voor mij was dit niet nieuw. Maar het voegt echt heel veel toe dat je op zo’n reis ook met jezelf bezig bent. Je praat dan ook over dingen die je ziet, over hoe het kan dat de mensen daar zo gelukkig zijn zonder dat ze iets hebben bijvoorbeeld. En hoe ze dan nog kunnen geloven in een God.’ Bart: ‘Dan besef je dat rijk zijn echt niet gelukkig maakt. Geluk komt echt niet alleen uit dingen die je vast kunt houden. Mentaal en sociaal zijn de Zambianen veel rijker dan wij. Hoe ze waardering uiten en met relaties omgaan bijvoorbeeld.’

Dubbel gevoel

Bart: ‘Op de laatste dag in Kavinaka trokken ze echt alles uit de kast. Er was ook zo’n Afrikaanse dans met rieten rokjes en maskers enzo. Djembé’s, fluiten en overal dansten geschminkte mensen. Toen kwam nog de safari. Het voelde erg dubbel om opeens de toerist te zijn. Je ziet dan iedereen met een camera als er een aap of een olifant te zien is. We hebben buffels gezien en leeuwen en een heleboel giraffes. Dat was mooi.’ Machiel: ‘Tijdens de safari werd het langzaam donker, toen kwamen de jaguars en we zagen nog leeuwen bij een half opengereten buffel. Dat was echt cool! En toen we onze tentjes aan het opzetten waren, zagen we nog een babynijlpaard.’

Weer thuis

Machiel: ‘Ik miste de groep zo erg. Mijn ouders moesten aan het werk, dus ik was alleen met m’n zusje, terwijl je in Zambia de hele tijd 35 vrienden om je heen had. Dat miste ik wel.’ Bart: ‘Ja, je beleefde alles samen en je kon alles delen. En thuis kun je sommige dingen niet uitleggen. Dat vond ik wel een gat waar je in valt. Ik wil graag nog een keer!’ Machiel: ‘Ja, sowieso, het is geweldig!’

 

Dan besef je dat rijk zijn niet gelukkig maakt

Bart Veenstra & Machiel Stam