Vandaag was een enorm indrukwekkende dag. Weer veel gehoord en gezien van de problemen hier in Oekraïne. Tegelijkertijd hebben we ook gezien dat de projecten van World Servants veel voor de mensen kunnen betekenen.
De dag begon met een bezoek aan een ziekenhuis, een paar steden verderop. Daar werkt een Nederlands meisje die Piet, één van de setuppers, persoonlijk kent. We hadden wat stroopwafels en drop voor haar meegenomen. Ze werkt hier voor bijna een jaar als vrijwilliger in het ziekenhuis op de kinderafdeling. Of eigenlijk was het de afdeling waar baby's worden opgevangen die in gezinnen worden geboren met drankmisbruik of waar het gewoon niet veilig is om te wonen.
Zelden heb ik zoiets indrukwekkends gezien. Er lagen 37 pasgeboren baby's of net iets ouder verdeeld over twee slaapzalen. Eigenlijk was er maar plek voor 20, maar goed. Dan werden ze bij elkaar in bed gestopt. Ze lagen echt hutjemutje naast elkaar in van die doorzichtige ziekenhuisbedjes. In het ziekenhuis hing zo'n zure melklucht. Dat het klein was, was nog niet zo erg. Toen we het verhaal van het Nederlandse meisje hoorden, schrokken we enorm.
Er is geen aandacht voor de kinderen. Om de zoveel tijd stopt het personeel letterlijk een fles in de mond van de pasgeboren baby's. De kinderen, soms nog maar een paar dagen oud, moeten zichzelf maar zien te redden met de flessen. Ze mogen niet opgepakt worden of geknuffeld. Soms wordt gewoon vergeten dat de kinderen nog een fles in hun mond hebben. Als de baby's moeten overgeven, blijft het braaksel achter op hun gezicht. Niemand die ze mag wassen. Alleen afgelopen kerst zijn ze allemaal in bad geweest, maar verder worden ze niet gewassen. En dan was nu de situatie nog positief. Eerder liep het ongedierte gewoon tussen de kinderen door en kon het personeel de zaal niet op vanwege de stank. Onwaarschijnlijk gewoon.
Veel van de baby's hebben een groeiachterstand. Dit komt vooral omdat ze ook letterlijk nooit worden opgepakt. Als een baby wordt opgepakt en geknuffeld, maakt het lichaam een groeihormoon aan. Maar dat gebeurt dus nu niet. Ze liggen op hun rug te liggen, de hele dag lang. Zelfs voor het verschonen worden ze niet uit het bedje gehaald. Om die reden is het Nederlandse meisje in het ziekenhuis aan het werk. Ze mag van de verpleegkundigen de kinderen een paar keer per dag uit het bedje halen om er simpelweg mee te knuffelen. De ouders van de kinderen mogen hun kinderen niet vaak zien en al helemaal niet vasthouden. Dat zou te gevaarlijk zijn. Waarom ze dan wel na twee jaar weer teruggaan naar hun ouders en er dus geen band tussen ouders en kind is, is niet duidelijk. Je snapt gewoon niet dat dit gebeurt. De kinderen zijn nog maar net geboren of ze moeten al letterlijk knokken voor hun leven. Wondjes die ze krijgen vanwege de vele viezigheid in hun gezicht, worden niet behandeld. En dan worden ze ook nog niet eens gekend of geliefd.
Als de baby's wat ouder zijn worden ze weggestopt in grote staatsweeshuizen. Hier wordt ze niks geleerd over hygiëne, worden ze mishandeld en is er niet genoeg personeel. Kinderen krijgen geen liefde en leven als robotten in een systeem. En dan. Dan zijn ze achttien en worden ze op straat gezet. Niemand die voor ze zorgt, ze hebben geen dak boven hun hoofd en hebben niks geleerd over normale normen en waarden. Drank en drugs liggen op de loer, meisjes raken zwanger. Die baby's hebben geen veilige plek om op te groeien. En dan begint het hele verhaal van voren af aan. Ik snap niet hoe je dit met droge ogen kunt aanzien.
In Rativci, het project dat we als eerste hebben bezocht is de zorg voor de weeskinderen anders. Daar worden ze in een gezinsvorm opgenomen. Ze leven met een aantal kinderen in één huis en daarbij ouders. Ze krijgen liefde en aandacht en leren hoe ze zichzelf moeten redden, net als in een normaal gezin. Uiteindelijk worden ze begeleid zodra ze 18 zijn om de wijde wereld in te gaan. En dat kunnen ze dan!
We hebben vandaag het project bezocht en zagen hoe de kinderen buiten aan het sneeuwruimen waren. Dat moeten ze ook leren, ze zijn verantwoordelijk voor hun eigen leefomgeving. We spraken met de eigenaars van het complex en hoorden hoe goed het met de kinderen gaat. De projectgroep gaat in het voorjaar bezig met het afronden van een nieuw huis. Een mooi project. Wat geweldig om te zien hoe de kinderen met elkaar omgaan. Er komen zelfs een paar kinderen uit het dorp naar de huizen toe om met de kinderen te spelen. En, omdat het bij hen thuis ook niet goed gaat hebben ze daar een veilige plek. Wat hoopvol dat de cirkel doorbroken kan worden!
Betty Hoekstra