Ecuador | Blog vanuit Ecuador door projectvoorbereider Jiska

'Hoe verloopt zo'n voorbereidingsreis?' wordt er wel aan ons gevraagd. Projectvoorbereider Jiska is op 2 januari 2014 vertrokken naar Ecuador. Ze bezoekt meerdere projecten en doet verslag. Ook als projectvoorbereider loop je er tegenaan dat je in een projectland flexibel moet zijn maar ook dat je mooie resultaten van de projecten ziet.

Midden in de nacht word ik gewekt door blaffende honden. Waarom nu, op dit moment? Het zijn de honden van Interpol die een tijdelijk verblijf hebben naast ons hotel. Straks worden dit de drugs-speurhonden op het nieuwe vliegveld van Quito maar hun nieuwe verblijf daar is nog niet af. Ik wil ze daar liever niet tegenkomen met alle agressie en energie die ze nu tonen. Ik draai me nog maar even om en probeer te slapen. De voorbereidingsreis naar Ecuador is weer begonnen!
De dag daarna reizen we naar Esmeraldas, de kustprovincie waar World Servants al  flink wat projecten heeft gedaan. Bij aankomst wordt meteen de agenda overhoop gegooid omdat mensen er niet zijn of omdat bepaalde projecten te ver uit elkaar liggen om op één dag te bezoeken. Het is even schakelen ook al is dit inmiddels mijn derde reis. We nemen nog een paar backpackers mee vanaf het vliegveld en rijden richting het eerste project.

Om het ‘be flexible-gevoel' nog wat te vergroten, beginnen we bij een project dat überhaupt niet op onze lijst staat. Het is een school waar World Servants een paar jaar geleden aan heeft gebouwd. Deze stond pas voor volgend jaar op de planning om te bezoeken. Onderweg passeert ons een motorfiets met twee dames achterop. Onze tolk en de medewerker van de partnerorganisatie kijken elkaar aan: ‘Is dat niet de juf van de school van twee dorpen verderop waar we ook nog langs moeten?’  We keren in vliegende vaart de pick-up truck en het lukt om de motorfiets in te halen.  Wij nemen de juffen mee, die hun motor-taxichauffeur een tikkeltje gedesillusioneerd achterlaten. 

Nadat we de school bezocht hebben, de nodige foto’s hebben gemaakt en een gesprek met de juffen hebben gehad, bezoeken we het project voor komende zomer. Mijn collega projectvoorbereider vraagt hoe laat we mensen kunnen verwachten voor de vergadering. De vergadering blijkt pas voor zondag gepland te staan terwijl we dan ook nog vijf andere projecten moeten bezoeken. We kijken elkaar aan: hoe gaan we dit dan weer doen? Gelukkig kunnen we met de medewerker van de partnerorganisatie al veel vragen beantwoorden en lukt het om zo de vergadering van zondag alvast goed voor te bereiden.

De juffen hebben gewacht op ons bij het project van komende zomer. We rijden dan ook met vier vrouwen op de achterbank terug. Ik heb nog een doosje laurierdropjes in mijn tas en besluit daar wat van uit te delen. De ene juf weet de andere te overtuigen dat je toch alles een keer geprobeerd moet hebben. Ze vist met een nieuwsgierige blik zo’n klein dropje uit het potje. De ander volgt, maar met meer tegenzin. Op de vraag of ze het lekker vinden, antwoorden ze dat ze het niet vies vinden. De manier waarop ze me vooral niet aankijken, spreekt voor zich. Ook de tolk, die zich na veel projecten wel ‘dropkenner’ durft te noemen, vindt dit gelukkig de meest extreme soort.

Dat was zo’n eerste dag van een voorbereidingsreis. We bereiden deze week twee projecten van komende zomer voor, kijken terug naar projecten van afgelopen jaren en zoeken uit welke projecten voor de komende jaren op het programma zouden moeten staan. Wordt vervolgd!

Zaterdag & zondag
Afgelopen dagen waren druk: we hebben veel in de auto gezeten om verschillende projecten van de afgelopen jaren te bezoeken. Dat betekende bijvoorbeeld een flink uur over een goede weg rijden en dan opeens afslaan naar een veel kleinere weg.  Na flink wat bonken staken we met een Ecuadoriaanse veerboot een rivier over om daar vervolgens nog weer een stuk met de auto te rijden. Om eenn van de dorpjes te bereiken, volgde vervolgens nog een flinke wandeling door de modder. Helaas hadden we van tevoren gedacht dat laarzen niet nodig waren en was het tegendeel waar.

Op het programma stond voornamelijk het bezoeken aan scholen. Alle scholen waar we waren zijn daadwerkelijk in gebruik als school. We zagen dat er met behulp van spulletjes van de groep ook echt geleerd wordt. Ergens hing bijvoorbeeld een foto van Maxima om de letter ‘m’ te leren en op veel plekken zagen we World Servants-vlaggen hangen. Het onderhoud van de scholen was verschillend maar we zagen geen scholen waar het onderhoud echt slecht was. Daarnaast hebben we verhalen gehoord over hoe belangrijk de nieuwe scholen zijn voor de toekomst van de kinderen. Ze leren beter en sneller in vergelijking met de oude (vaak houten) school, er gaan simpelweg meer kinderen naar school en er stromen meer door naar de middelbare school.

Verder hebben we twee projecten voorbereid voor de zomer van 2014. Dat is altijd een forse klus: waar gaat de groep dan precies slapen, wie gaat er koken, zijn de plannen voor het gebouw nog hetzelfde? We zoeken naar manieren om zoveel mogelijk contact tussen de groep en de Ecuadorianen te stimuleren. Samen voetballen, koken, dansen: het kan allemaal aan bod komen wat de Ecuadorianen betreft. Ook proberen we boven tafel te krijgen wat problemen in de gemeenschap zijn waar de groep mee kan helpen maar het is lastig om hier direct grip op te krijgen. Vaak gaat het over onderwerpen als de verhouding tussen mannen en vrouwen of tienerzwangerschappen. Hier praat men onderling ook nauwelijks over en om dat dan zomaar even te vragen in een grote groep mensen is natuurlijk niet handig. Via de partnerorganisatie lukt dit vaak beter, maar ook dan is het de vraag of we de goede dingen te horen krijgen.

Morgen vertrekken we naar Manabi, een provincie in Ecuador waar World Servants in 2015 hoopt te starten met projecten. Nieuwe mensen om mee te werken, een nieuwe omgeving en andere projecten. Wat zal dit gaan brengen?

Ze vist zo’n klein dropje uit het potje

Jiska