Op 19 januari vertrokken wij, Frans van Weelie, Henri Plas en Jan den Bleker, vroeg uit Woerden. We reizen per auto naar Brussel en nadat we de auto op een plek voor lang parkeren hadden gebracht, vertrokken we met de bus naar Brussel-Airport. Na ’t inchecken hebben we gezellig zitten praten tot het vertrek van ons vliegtuig, om 12.15 uur, naar Afrika. We kwamen ongeveer 18.30 plaatselijke tijd aan in Lungi, het vliegveld in Sierra Leone. Het duurde wel even voor we door de douanen waren en onze koffers binnen waren. (VIP’s hebben daar voorrang en de meeste zijn dat daar, en wij zijn dat dus niet, haha) Gelukkig was er iets geregeld voor de overtocht naar Freetown, maar we werden daar wel meteen geconfronteerd met: het geholpen moeten worden en het fooien moeten geven…
Met een snelle boot werden we over de baai van 12 km breedte vervoerd naar Freetown. Halverwege kwam de boot even stil te liggen omdat er plastic in de schroef zat. In het pikdonker kwamen we aan de overzijde. Michael (van Cotton Tree Foundation, (CTF)), stond ons daar met een chauffeur op te wachten. Vervolgens werden we naar ons Guest House gebracht waar ook Sanday van CTF ons opwachtte. Een korte tijd hebben we toen het werk van de komende week doorgenomen en daarna de maaltijd genuttigd. Van dat eten lieten we meer dan de helft staan, omdat het voor ons veel te veel was; (Voor Sierra Leonse begrippen was dat niét teveel: als je in Sierra Leone eten krijgt is het zaak zoveel mogelijk daarvan te nuttigen, omdat je niet weet of je morgen weer (genoeg) voedsel krijgt….)
De volgende dag werden we opgehaald om naar het kantoor te gaan van CTF (de partnerorganisatie). Daar begonnen we, zoals gebruikelijk met de dagopening. We zagen dat Michael goed bezig was en dat er wat meer spirit in de organisatie was gekomen voor Sierra Leonse begrippen. Henri heeft de situatie van World Servants in Nederland uitgelegd. Ook de problemen in Dibiyya om bevoegde leerkrachten te krijgen voor de Junior Secondary School ( JSS) en de Senior Secondary School (SSS) en ook dat ze een redelijke betaald worden. (Voor € 17,50 per maand kun je ook niet veel verwachten) Ook de resultaten van de leerlingen vallen tegen en is het doorstromen naar de SSS niet mogelijk. Wij vragen of ze het “Project Data Sheet” 3 keer per jaar willen invullen, zodat wij actuele informatie hebben om goede beslissingen te nemen voor de bouw van toekomstige scholen in de regio Kambia.
Dinsdagmorgen zijn we met de auto naar Kambia gereden. Weliswaar met enig oponthoud, omdat we door de politie werden aangehouden omdat de voorstoel naast de chauffeur door Sanday en Samuel samen werd gebruikt.(Op één stoel mag één persoon). ’s Middags hebben we ons eerst set-up bezoek afgelegd bij de “Church of de Lord”. ( Zie op het kaartje waar alle plaatsen staan die we tijdens onze set-up bezocht hebben). Het zijn heel vriendelijke mensen en de nood is daar erg groot. In het schooltje is er in het regenseizoen nauwelijks bescherming tegen de regen…’s Avonds hebben we onze verslagen gemaakt, soms bij kaarslicht omdat de stroom telkens uitviel.
De volgende dag, woensdag 22 januari zijn wij naar Barmai Luma gegaan (SL114). Daar werden we door de kinderen met veel gezang begroet. Onder een boom hebben we een vergadering gehouden en die vergadering werd geopend met gebed. De oprichter van deze school is een bijzondere vrouw, haar naam is Kadiatu Kabra Proprietor. Het was prachtig te zien hoe zij met “haar” kinderen bezig was…..De schoolgebouw stelde niet veel voor. Een dak met een schoolbord als scheiding tussen de lokalen. Daarna zijn we naar het volgende dorp gegaan, Malkia. Voordat we daar waren moest er nog wel een lekke band verwisseld worden. Terwijl onze chauffeur de band verwisselde zaten we toevallig op een plek waar diamanten werden gedolven. Dus even een kijkje nemen….
In een leslokaal hebben wij met deze gemeenschap gesproken en de noodzakelijke gegevens verzameld om later een keuze te maken of we hier in 2015 ook een school gaan bouwen.
De volgende dag, donderdag 23 januari, bezochten we het dorp Barmoi Lol (SL214). Ook hier zal dit jaar een groep naar toe gaan om een school te bouwen. We hebben daar met het “School Management Committee” SMC gesproken en de nodige afspraken gemaakt over de komst van de groep. Daarna vertrokken we naar het dorp Sombuya gegaan. Dit dorp ligt ver van de bewoonde wereld, z’n 30 km van Kambia en slechts bereikbaar over moeilijk begaanbare wegen. In de regentijd zal het niet gemakkelijk zijn om hier met een bus, waar de groep World Servants jongelui mee worden gebracht, naar toe te gaan. Het dorp ligt dichtbij een rivier en ook kinderen van de overzijde maken gebruik van de school.(de kinderen worden met een bootje elke dag overgezet om naar school te kunnen gaan). Het enthousiasme van de gemeenschap over onze komst was zo groot, dat Frans een mooie functie in het vooruitzicht werd gesteld. Namelijk “Pa Komrabai van Weelie”
Vrijdag 24 januari zijn we naar het ministerie van onderwijs in Kambia geweest. Daar werden wij bedankt voor het vele werk wat in Dibiyya is gerealiseerd. Ook hebben wij onze zorgen uitgesproken over het uitrollen van de SSS.
Vanuit dit kantoor in Kambia wordt op onderwijsgebied het district gevolgd en geïnspecteerd. De behoefte aan alles is groot en het geld van de overheid minimaal. Daarna hebben we nog een bezoek gebracht aan het Kambia Hospital. Zij werken nauw samen met de kliniek in Dibiyya. Voordat wij verder konden gaan moest er weer een autoband verwisseld worden, omdat deze met veel lawaai leegliep bij ons verblijf in African Village. s’ Middags hebben wij Dibiyya bezocht en al ons projecten, de Nurses Quarter, de JSS, de SSS en de teacher Houses bekeken in het kader van de Follow-up. Ook is er een gesprek geweest met het SMC van de school in Dibiyya. Het Solar-systeem werkt eindelijk nu naar behoren. De kast om het systeem te beschermen i.v.m. illegale aftap van “stroom” voor de gsm’etjes vonden wij buiten de kliniek…de restanten...De kiosk om gsm’etjes te laden werkte goed. Men had de boekhouding keurig op orde en het afgelopen jaar zijn er z’n 600 klanten geweest!!
Het geld voor het gsm-laadstation heeft de gemeenschap gekregen als microcredit. Op deze manier kunnen eventuele te vervangen onderdelen aangeschaft worden.
Zaterdag 25 januari gingen we naar het volgende dorp, Laminaya. Ook dit dorp is een mogelijke kandidaat voor het bouwen van een school. Het schoolgebouwtje was aan het inzakken en een muur was al omgevallen. Het werd nu “dichtgehouden” met bamboestokken. Verder hadden ze daar hun zaakjes goed op orde.
Zondag 26 januari zijn we naar de kerk geweest.Een opgewekte en blijmoedige gemeente was bijeen. We hebben daar met hen gezongen en gebeden. Na de dienst hebben met elkaar gegeten in de consistorie en gesproken over de kerkbouw in Dibiyya. Enkele documenten moesten nog in orde gemaakt worden. Komend jaar gaat een groep mensen van een kerkgemeenschap uit Diever daar een kerk helpen bouwen.
Maandag hebben wij een bezoek gebracht aan Grafton (het voormalige vluchtelingenkamp van de oorlog in het begin van deze eeuw). Daar is in 2007-2008 een school gebouwd door Woord en Daad en WS. Momenteel is het een zeer goed bekend staande school in Freetown met meer dan 1000 leerlingen. Dinsdag 28 januari hebben we op het kantoor van CTF verschillende documenten uitgewerkt en besproken. Ook hebben we filmpjes gemaakt voor het createam en is het gereedschap voor de groepen die hier in 2014 aan de slag gaan, gecontroleerd.
Woensdagavond zijn we teruggevlogen naar Nederland en om donderdag 30 januari om 8 uur ’s morgens waren we weer in Woerden. Daar hebben we met elkaar God gedankt voor de goede en vruchtbare reis en de mooie contacten en ook voor de veilige aankomst. Met ons drieën hebben we goed samen kunnen werken en handen een goed band met elkaar en hebben ook veel gelachen met elkaar en met onze partners, Sanday en Samuel van Cotton Tree Foundation
Jan den Bleker, Woerden