We spreken hem over de impact op ‘zijn’ jongeren en de gemeente, terwijl hij met een nieuwe groep warmloopt voor een project in 2016. “In ons jeugdwerk doen we van alles, catechese, jeugddiensten... je kent het wel. Dat is allemaal heel leuk, maar ik wilde meer. Ik wilde de jongeren uitdagen om eens wat verder te kijken dan alleen Oldemarkt. Daarom stelde ik de vraag: ‘Wie wil er mee met mij op een World Servants-project?’ Acht jongeren wilden mee en de jeugdouderling sloot ook aan. Het werd een geweldig project en het had ongelooflijk veel invloed. Sindsdien gaat er jaarlijks een groepje jongeren op pad.
Het werkt. Juist omdat je even buiten je context wordt geplaatst, even buiten het gewone naar school gaan, bijbaantje hebben en ‘ohja – de kerk is er ook nog en daar doen we dan ook wat dingetjes’. Zo’n project in een totaal andere wereld dwingt je om naar jezelf te kijken. Wie ben ik? Wat wil ik? Wat is er allemaal te koop in deze wereld? Dingen die je thuis in Oldemarkt niet meemaakt of hooguit op het nieuws ziet, die je dan aan den lijve ervaart. Dus daarom had ik zoiets van ‘ik wil ze echt mee hebben’.
Ik kon de kerkenraad al overtuigen door te spreken over werelddiaconaat. Het is belangrijk om als gemeente daadwerkelijk iets te doen voor mensen die het minder hebben dan wij. Uiteindelijk blijkt dat maar één van de vele goede redenen. De grootste verandering zie je hier, in Oldemarkt. Bij de jongeren, maar ook in de gezinnen en in de hele gemeente. Iedereen leeft mee. Ik merk toch een gevoel van trots in de gemeente. ‘Dat vanuit ons kleine kerkje zoiets mogelijk is!’
Er is verbondenheid met de rest van de wereld ontstaan. Zambia, de Dominicaanse Republiek, ze horen een beetje bij ons. En de verbondenheid in de gemeente is ook gegroeid. De acties zorgen dat mensen elkaar ontmoeten. Mensen vragen me regelmatig wanneer er weer een benefietdiner is. Prachtig als een vrouw van 85 me tijdens een pastoraal bezoek vertelt dat ze geniet van de jongeren die bezig zijn met World Servants. ‘Was ik maar jonger’, zei ze. ‘Dan kon ik ook mee’.
Tijdens het jeugdwerk is echt contact krijgen met de jongeren van je gemeente vaak lastig. Maar met degenen die mee geweest zijn, heb ik echt, werkelijk, waardevol contact! Samen hebben we iets moois beleefd. Je trekt met elkaar op, er ontstaat wederzijdse interesse en je ziet verbindingen in de gemeente die er anders nooit geweest waren. Jongeren bouwen vriendschappen op door het hele land en ontdekken dat ze niet de enige zijn die geloven. World Servants is een van de mooiste manieren van gemeenteopbouw, omdat alle aspecten van het gemeenteleven erin meedoen. De kerkenraad ziet het als een waardevol deel van mijn werk als predikant.
Het is mooi dat World Servants een uitgesproken christelijke organisatie is. Om te handelen zoals Jezus het heeft voorgeleefd. Dat neem je mee in wat je doet, in wat je zegt, in naar elkaar omzien op de bouwplaats, in de avondactiviteiten... Overal weet je je gedragen door God tijdens zo’n project. En dat is heel mooi. World Servants biedt een stevig fundament, waarop je kunt bouwen. Je weet dat er een degelijke organisatie achter het project staat. Dat geeft vertrouwen.”