Kiezen
Het kiezen voor een project had nog wat voeten in de aarde. Mariëlle: ‘Er gaat al een aantal jaar een groep mee vanuit onze kerk. In de nieuwsbrief stond een oproep. Mijn broer was een keer mee geweest met World Servants naar Malawi, maar dat leek mij niets. Dat primitieve trok me niet.’ Suzan: ‘Ik wilde het wel meteen. We hadden op een gegeven moment best een leuk groepje verzameld en ik vroeg Mariëlle ook mee.‘ Mariëlle: ‘Ik dacht: wat ben ik ook een watje’. Ik moet het gewoon doen. We kozen voor Ecuador, want het project sprak ons aan en Zuid-Amerika klonk ook cool.’
Hechte groep
Suzan: ‘Toen we op het voorbereidingsweekend bij elkaar kwamen, dacht ik eerst: ‘Wat een bij elkaar geraapt zooitje.’ Mariëlle: ‘Ja, dat had ik ook. Het was nog geen groep. Dit veranderde toen we door de douane op Schiphol waren, toen sloeg het meteen om. We zaten allemaal door elkaar in het vliegtuig en het was bijzonder om te zien hoe snel een groep zo hecht is.’
Eerste indruk
Mariëlle: ‘De eerste dag waren we in Quito, de hoofdstad. Hier verkenden we de stad en gingen we met een kabelbaan vanaf 4000 meter hoogte naar beneden.’ Suzan: ‘Ja, dat was gaaf. Eerst reden we door een hele rijke buurt en strak daarnaast zat een krottenwijk. De kloof tussen arm en rijk was ontzettend.’ Mariëlle: ‘Toen we een dag later aankwamen in Piedro de Plata, de plek waar we gingen bouwen, wilde ik terug. Ik dacht: waar ben ik beland! Het regende, het was modderig en toen we moesten douchen stond ik oog in oog met een dikke harige bananenspin.’
Cacao
Suzan: ‘Een van de redenen dat we meegingen, was dat het project ons aansprak. We bouwden mee aan een centrum voor cacaoverwerking. In de omgeving wonen veel cacaoboeren. In het regenseizoen zijn de wegen onbegaanbaar. Het doel is dat ze in dit seizoen de cacao kunnen drogen.’ Mariëlle: ‘We hebben een grote betonvloer gestort. Daarop kunnen ze de cacao drogen. Ook bouwden we mee aan een huis. Daarin komt een toilet en nog een droogvloer.’
Bouwen
Zij aan zij bouwden ze met de cacaoboeren. Suzan: ‘Vanaf dag één ging ik vol gas op de bouw. En ik was na de derde dag al helemaal uitgeput.’ Mariëlle: ‘Het samenwerken met de cacaoboeren ging eerst lastig, omdat ze allemaal Spaans spraken. Maar met handen en voeten kwamen we er wel. Het werk zelf was niet echt moeilijk. We hadden ook goede technische leiders die de taken verdeelden, kijkend naar wat bij iedereen paste.’ Suzan: ‘Ik zocht ook gewoon iemand uit die goed kon metselen, dan gooide ik het cement erop en legde hij de steen neer. Ideaal. Het meeste heb ik beton geschept.’ Mariëlle vult aan: ‘Een echte powervrouw dus’.
Enthousiast
Mariëlle: ‘De aannemer, Hobito, was een bijzondere man. Tijdens de bouw lachte hij ook altijd naar je, altijd positief! Was je even aan het rusten, dan lachte hij weer naar je en kreeg je weer zin om door te gaan. We noemden hem weleens bokito, haha. We zijn met de hele groep bij hem thuis geweest. Met z’n allen door de bushbush! Hij liet alles zien, waaronder zijn cacaobomen en hij vertelde over zijn boerderij. We kregen allemaal een heerlijke sinaasappel aangeboden. Hij was helemaal blij met het project waar we mee bezig waren.’
Het land
Niet alleen de cacaoboeren waren blij met het project. Ook de inwoners reageerden enthousiast. Suzan: Dat enthousiasme vergeet ik niet snel. Mariëlle: De mensen waren ook zo blij met de spullen die ze kregen. Ze zeiden: ‘Jullie zitten voor altijd in mijn hart.’ Suzan: ‘Ecuador is een mooi land om de mensen, maar ook om de omgeving! ‘De natuur is adembenemend. Zoveel bergen, zoveel groen. Dan zag je zo’n bergtop, met een beetje mist. Wauw... Ik vond het reizen soms nog mooier dan de plek waar we naar toe gingen. Je reed dan zo dwars door de natuur heen. Wel was het erg zweterig weer. Onze t-shirts waren elke dag doorweekt! Mariëlle: ‘Van het harde werken natuurlijk! En er zijn ook veel beesten. Zo had ik een salamander in mijn t-shirt zitten!’ Suzan: ‘Ja, en soms maakten we de hele slaapzaal wakker, omdat we iets zagen. En omdat er tussen de jongens en de meiden een klein schot zat, konden de jongens ook mee genieten. Dan riepen ze weer: ‘Is het weer zover?’ Mariëlle: ‘Ik heb zeker mijn angst voor beesten overwonnen. Als ik nu iemand voor een wesp zie vluchten, denk ik: watje.’
Speciale plekken
Om meer over het land te weten, bezocht de groep ook speciale plekken. Suzan: ‘Als cultuuruitje heb ik een kliniek bezocht in een dorpje verderop. Daar waren een verloskundige en een tandarts. Het was een stenen gebouwtje en het was best wel groot. De verloskundige vertelde dat sommige meisjes erg jong zwanger raken en niet altijd durven te komen. Sommigen zijn nog maar 13. Als een vrouw moet bevallen, gaat ze geruime tijd van tevoren naar een groter ziekenhuis. Bij de tandarts kwam eigenlijk niemand, behalve als hij echt pijn had. Tandpoetsen kennen ze er niet.’
Bijzonder moment
Veel ervaringen wisselen elkaar in korte tijd af. Sommige momenten zijn onvergetelijk. Mariëlle: ‘Wat mij het meest is bijgebleven is het huisbezoek. We gingen eerst met de auto, toen verder met een bootje en daarna nog eens veertig minuten lopen. De man die we bezochten bezat in mijn ogen helemaal niets, maar ondanks alles vertelde hij dat hij toch gelukkig was omdat hij zijn gezin had. Toen kwam bij mij het besef: waar maak ik me altijd zo druk om? Eigenlijk om dingen die niets voorstellen.’ Suzan: ‘Ik vond de overdracht van het gebouw erg bijzonder. Het project was geslaagd en we hadden allemaal slingers opgehangen en een klein podium gemaakt. De aannemer, Hobito, was er ook bij. Hij was altijd enthousiast, maar juist hij was degene die nu begon te huilen! En ik dacht: stop! Ook verschillende cacaoboeren huilden en kwamen bij ons om ons te bedanken. We zagen echt hoeveel het voor hen betekende.’ Mariëlle: ‘Ja, we kregen zelfs een medaille met onze namen erin gekrast!’
Mening vormen
De groep bleek een hechte groep te zijn en iedereen keek naar elkaar om. Mariëlle: ‘Tijdens de GoedeMorgenGesprekken kon je dingen die je moeilijk vond, delen. Ik heb veel geleerd van andere projectgenoten. Elke dag ben je ermee bezig. Suzan: ‘Ja, je deelt met elkaar, je hoort andere meningen en je leert van elkaar.’ Mariëlle: ‘Normaal uit ik mijn mening niet zo duidelijk, maar door verschillende onderwerpen moest ik wel. Ik heb echt een mening leren vormen en ik kan sterker mijn geloofsovertuiging uitdrukken. Dat heb ik echt ontwikkeld.’ Suzan: ‘Je leert van de kijk van de ander op de Bijbel. Zo hadden wij mensen waarbij het geloof niet, zoals bij mij, met de paplepel is ingegoten. Zij stellen hele andere vragen. Zij vonden het bijvoorbeeld bijzonder dat God je fouten vergeeft, als je daar om vraagt. Het geeft een frisse blik op je eigen geloof.’
Leiding
Suzan: ‘De leiding hielp hier ook bij. Sommigen die het moeilijk vonden over hun geloof te vertellen, deden dat toch.’ Mariëlle: ‘Daar had ik echt bewondering voor. Suzan: ‘Iedere dag had een ander de dagleiding. Er waren zowel jongere als oudere leiders bij. Dit zorgde voor genoeg variatie.’ Mariëlle: ‘Soms was het programma wat rommelig, maar je zit nu eenmaal in een land waar niet alles is geregeld.’
Verandering
De drie weken in Ecuador zorgden voor een blijvende indruk. Mariëlle: ‘Mijn grootste verandering is dat ik minder materialistisch wil zijn. Je hebt al die spullen niet nodig.’ Suzan: ‘Nee inderdaad, de eerste dag zit je steeds in je zakken te voelen naar je mobiel. Daarna is dat over. Ik kwam thuis en had duizend berichtjes. Ik dacht: komt wel. Mariëlle: ‘Ik heb het ook niet gemist. Ik kijk anders naar de dingen die ik heb en ben er dankbaarder voor.’ Suzan: ‘Ook ben ik door de gesprekken gegroeid in mijn geloof. En ik heb leren samenwerken: als je drie weken met zo’n groep opgescheept zit, dan moet je wel.’
Vriendinnen
Suzan: ‘We zijn al vier jaar vriendinnen en het heeft onze vriendschap versterkt. Het is op project alsof je een stukje thuis hebt.’ Mariëlle: ‘Ja, we kennen elkaars thuissituatie en konden de dag samen afsluiten. Zo konden we in de bus ook lekker tegen elkaar aan slapen, haha.’ Suzan: ‘Als er nog iemand is die twijfelt om mee te gaan, zou ik zeggen: gewoon doen!’ Mariëlle: ‘Je krijgt er geen spijt van en je wordt er hoe dan ook beter van. Je krijgt vriendschappen er bij. Je geeft veel, maar je krijgt nog veel meer terug.’ Suzan: ‘En dat terwijl je een ander helpt!’