Op mijn tweede project ging ik naar Myanmar, op dat moment had ik natuurlijk de allerleukste groep. Samen gingen we woningen afbouwen voor kinderen, kinderen met bijvoorbeeld lepra of het syndroom van Down. Het was een super gaaf project wat mij ook erg heeft geraakt! Het was mooi om te zien hoe blij de kinderen waren met onze komst. Ik geloof dat er op die plek zeker een verandering is gebeurd en dan heb ik het niet alleen over de mensen daar. Ik weet namelijk wel zeker dat dit project ook mij en anderen heeft veranderd.
Voordat wij naar Myanmar gingen, hadden wij een preünie. Voor de mensen die niet weten wat een preünie is: dat is een reünie, maar dan voorafgaand aan het project. Op deze preünie kwam er een jongen binnenlopen die ik op het voorbereidingsweekend niet echt had opgemerkt, maar die nu wel erg aanwezig was. Hij kwam binnen in een poloshirt en zag er best wel netjes uit. Ook hoorde ik ergens dat hij net zijn VWO had afgerond en ik merkte dat ik onbewust meteen een beeld in mijn hoofd schetste van hem, een negatief beeld. Ik vond hem een beetje een kakker en arrogant, iemand die vast en zeker erg populair zou zijn bij de meiden. Op dat moment deed ik er helemaal niks mee en dacht ik er niet over na.
Later op het project in Myanmar had ik een soort van dagboekje waarin ik elke dag schreef. Hierin had ik ook aantekeningen gemaakt over de taal en er stonden bijvoorbeeld voorbereidingen in voor het kinderwerk. Achterin had ik een lijst met allemaal vragen voor elke deelnemer die ik aan hen vroeg. Hierdoor leerde ik ze beter kennen en had ik iets leuks om terug te lezen als ik weer in Nederland was.
Ik ging elke deelnemer langs en zo ook bij deze jongen. Nadat ik hem gekke vragen had gevraagd (bijvoorbeeld wat zijn koosnaam was en wat de reden was dat hij voor het eerst moest nablijven), kwamen wij in gesprek. Tijdens dit gesprek werd het beeld dat ik van hem had geschetst keihard onderuit gehaald. Deze jongen was helemaal niet zo als ik mij had voorgesteld. Hij was alles behalve arrogant, hij was mega aardig. Hij had interesse in mij en anderen en was erg enthousiast. Hij werkte hard op de bouw, had veel interactie met de locals, de andere deelnemers en zong lekker vals mee met iedereen op de bouw. Hij was precies het tegenovergestelde van wat ik had gedacht.
Toen ik die avond terugdacht aan dit gesprek, schaamde ik mij. Ik probeer namelijk altijd het goede te doen en sociaal te zijn, maar onbewust heb ik mijn oordeel al klaar over mensen. Er werd een spiegel voorgehouden, die misschien niet heel prettig was maar wel nodig. Vanaf het project in Myanmar probeer ik anders naar mensen te kijken. Ik probeer niet van tevoren te oordelen over anderen. Als ik dat wel doe, dan probeer ik dat vooroordeel te negeren en diegene eerst beter te leren kennen.