Mohammad Sombaru aan het woord
Storytelling van 30 juni 2024
Mohammad Sombaru is voorzitter van zijn eigen zelfhulpgroep en van alle zelfhulpgroepen in zijn sub-district. Hij vertelt over de toegevoegde waarde van zelfhulpgroepen.
‘Ik ben Mohammad. Ik ben 60 jaar oud, getrouwd en vader van twee zoons en een dochter. Mijn dochter is inmiddels getrouwd. Één zoon studeert nog en de ander is net begonnen met werken.
Sinds mei 2009 ben ik lid van een zelfhulpgroep. Dat heeft mijn leven veranderd. Toen ik tien was kreeg ik lepra en dat heeft ook bepaald hoe ik naar mezelf keek. Tot iemand me vertelde over de zelfhulpgroep waar zij bij zat. Dat maakte me nieuwsgierig, maar haar groep zat ver weg. Daarom ging ik er niet heen. Niet lang daarna hoorde ik dat ik ook zelf zo’n groep kon oprichten. Dat heb ik toen gedaan. Ik ben blij met de hulp die ik daarbij kreeg vanuit de associatie en van The Leprosy Mission. Ik heb tien leden bij elkaar gezocht en we hebben een voorzitter, secretaris en penningmeester gekozen. Toen zijn we van start gegaan. Iedereen legt 110 taka per maand in en dat storten we op de bankrekening die we speciaal voor de zelfhulpgroep geopend hebben.
De groep is nog steeds samen. We zijn nu nog met acht leden. Twee leden zijn overleden. Hun inleg hebben we aan de familie teruggegeven. Die waren daar erg blij mee. We zijn met zeven mensen met gevolgen van lepra en iemand met een handicap met een andere oorzaak. Inmiddels kennen we elkaar goed en kunnen we elkaar ook advies geven en steunen. En we hebben financiële zekerheid, door onze inleg en doordat we voor zeven leden van onze groep een uitkering hebben kunnen aanvragen bij de overheid. Dat we samen zijn, maakt ons sterk. Maandelijks komen we samen en we bezoeken elkaar.
Als voorzitter bezoek ik alle leden regelmatig. Dat geeft me informatie en netwerk. Vroeger werd ik niet toegelaten in de moskee en als ik ergens wilde werken, werd ik vaak niet geaccepteerd. Ook kwam het vaak voor dat ik niet naar binnen mocht in het theehuis. Dat is nu anders. Moskeeën, restaurants en theehuizen laten me nu wel toe. Dat komt omdat de maatschappij veranderd is, maar ook omdat ik mezelf anders opstel. Dat heb ik geleerd via de zelfhulpgroep. We hebben allerlei trainingen gedaan, ook bijvoorbeeld een naaicursus. Zo zorgt de zelfhulpgroep voor veel meer dan financiële zekerheid. Ook bewustwording, informatie en acceptatie zijn belangrijke effecten.
Vroeger was ik dagloner. Ik heb uiteindelijk land kunnen kopen voor mezelf, met een lening van de zelfhulpgroep. Daardoor heb ik nu een vast inkomen en konden we een goed huis kopen, met drie kamers, een badkamer en een toilet. Daar ben ik heel blij mee.
De zelfhulpgroep is heel belangrijk voor me. Het is mijn identiteit geworden. De groep is bijna net zoals mijn vrouw. Zij heeft trouwens ook een handicap. Ik dacht over mezelf dat ik nooit zou trouwen, maar uiteindelijk ben ik wel getrouwd, nu al 33 jaar. Mijn vrouw heeft een amputatie sinds haar geboorte. Misschien dat we elkaar daardoor juist wel iets beter begrijpen.
Voorheen wisten we weinig over lepra, handicaps en rechten. Nu hebben we die kennis en daar zijn we blij mee. Vroeger leefden we in angst, maar nu niet meer. Het geeft ons een gevoel van kracht om te weten dat we niet alleen staan. TLMI-B lobbyt niet langer voor ons, maar moedigt ons aan om het zelf te doen. We hebben geleerd om te communiceren. Vorige maand ben ik gekozen als de voorzitter van het sub-district.. Ook daarbij is goede communicatie belangrijk.
De enige droom die ik nog heb, is dat meer mensen zelfhulpgroepen ontdekken. Er zijn nog zoveel mensen in de situatie die ik had voor 2009 en ik hoop dat zij ook allemaal ontdekken dat ze een waardevol mens zijn.’