Als bakker aan de slag in Accra

Storytelling bezoek van 9 november 2015 door Henri Plas en Jan van der Leest


Eigenaresse sewingshop Naomi WabaKapster Adiza Seïdu

In 2010 deed Lydia mee aan het Lifeline Programma in de stad Accra. Tijdens dit programma heeft ze zich als 19-jarige verdiept in het vak van ‘cateraar’. Aan het einde van dit programma ontving zij een oven en allerlei andere noodzak elijke materialen om aan de slag te gaan als bakker. Op dit moment woont Lydia bij haar tante in huis in Accra.

Tegenwoordig is Lydia te vinden rondom de markt van Accra en verkoopt ze daar op straat haar zelfgebakken broodjes. Niet alleen verkoopt ze haar standaard producten, zoals gebakjes als cakejes en vleespasteitjes, en ook biedt ze frisdranken aan. Daarnaast bakt ze ook op verzoek verjaardagstaarten.

Met de verkoop hiervan verdient ze tussen de 20-50 Ghanese New Cedi (4-10 EUR) per dag. Met deze inkomsten is ze instaat om rond te komen.

Lydia is heel erg blij met het Lifeline Programma!

Kapster in Accra met een breed assortiment

Adiza Seïdu heeft in 2006 het Lifeline programma afgerond. Ze huurt op dit moment een appartement dicht in de buurt van haar kleine kapperzaakje die ze op de markt runt. Haar winkel staat in het Shukura gebied in Accra. Adiza komt oorspronkelijk uit het noorden van Ghana: het Wa gebied in Upper West regio.

Na het Lifeline programma werkte Adiza eerst als leerling op een andere kapperlocatie om op die manier nog meer vaardigheden op te doen als kapster. Daarna heeft ze nog even ergens anders gewerkt en uiteindelijk heeft ze in 2011 haar eigen kapperszaak geopend. Met haar eigen winkel verdient te ze nu zo'n 70-80 Ghaneese New Cedi (€13-€15) per dag.

Naast haar werk als kapster verkoopt ze ook nog eieren en water om zo nog wat extra te kunnen bijverdienen.

Door het Lifeline programma een echte mevrouw geworden

Ook Naomi Waba heeft meegedaan aan het Lifeline programma. Zij is afkomtig uit de noordelijke regio en is 28 jaar oud.

Toen Naomi naar Accra kwam, had ze niemand om haar heen die haar kon bijstaan. Al snel kwam ze in het Lifeline programma terecht. Daar kreeg ze naailes en kookles en ook werden haar dingen als dicipline en rekenen bijgebracht. Zelfs wanneer ze ziek was, werd ze geholpen door het programma. Zo was er iemand die haar naar het ziekenhuis toebracht.

Van haar spaargeld en haar verdiende geld heeft ze een zeecontainer en aan aantal naaimachines gekocht. In die container runt ze nu haar eigen winkel. "Door het Lifeline programma en door de genade van God ben ik nu echt een mevrouw" vertelt Naomi.

Jeanet, het jongere zusje van Naomi, werkt ondertussen als leerling van Naomi mee in de winkel. Volgens Jeanet is Naomi een hele goede lerares, want "ze kan werkelijk alles maken met een naaimachine".