Effectief SFP in Kanjazi
Projectupdate van 2 juni 2015 door Jan van der Leest
We hebben gesproken met de vervangd hoofdonderwijzer Girawin Silumbu, de leraren Jessie Kayite, Rhoda Nyirongo, met Hilda Chirwa van de "moeder-groep" en met een van de belangrijke boeren in dit dorp, Chiukepo Nali.
Een van de eerste observaties over het schoolmaaltijden programma die met ons werden gedeeld is dat de opbrengst van het stuk land van de school laag zal zijn vanwege de enerzijds vroege hevige regens en anderzijds de aanhoudende droogte in de periode daarna. Uit nood heeft men nog op een ander stuk land extra mais en soja ingezaaid volgens de bestaande methode. De eerst oogst van 2 zakken mais en 2 zakken soja is al binnen maar er komt nog meer. Voor het nieuwe seizoen zullen ze om meer land vragen. Ten minste 4 acres.
De leerpunten van het voedselprogramma van de afgelopen jaren, hebben ertoe geleid dat de periode waarin CCAP ondersteuning geeft aan scholen is verhoogd van 2 naar 3 jaar. Dit is ook het geval voor Kanjazi. In principe stopt de ondersteuning van hun schoolmaaltijden programma door CCAP eind dit jaar. Ze willen graag de keuken renoveren of opnieuw bouwen maar daar is vanwege de verlenging geen budget meer voor.
De families Jessie, Rhoda en Chiukepo hebben een training gevolgd genaamd "Farming God's Way". Deze landbewerkingsmethode maakt met name gebruik van de natuurlijke werking van compostering/bemesting en dergelijke waardoor de grond een zeer rijke voedingsbodem krijgt/behoudt. Zij hebben de training gevolgd en zelf in de praktijk gebracht. Ze hebben dit op kleinere stukken van bijvoorbeeld 10mx10m en 12mx12m gedaan. Een andere boer had 35mx35m ingezaaid. Allen waren overtuigd van de methode vanwege de resultaten. Op mijn vraag of ze straks meer grond gingen bewerken volgens deze methode antwoorden ze bevestigend. Dat ze kleinere stukken hebben gedaan om uit te proberen was begrijpelijk. Je gooit niet in een keer je bestaande werkwijze overboord.
De aanwezige mensen vertellen dat de samenwerking tussen de ouders goed gaat. De vervangend hoofdonderwijzer - hij is nog nieuw op deze school - geeft aan dat hij aangenaam verrast is door de gang van zaken en de betrokkenheid van de ouders.
Het viel hem direct op dat de kinderen meer energie hadden. Ook werken ze beter en volgen aandachtiger de lessen. Voor de leerkrachten is dit prettiger werken. Volgens hem gaat dit zeker tot betere resultaten leiden. De examen resultaten van het vorige jaar waren niet zo goed; 25 leerlingen deden mee en slechts 5 slaagden toen. 3 van hen, waaronder 1 meisje, zijn toegelaten op een middelbare school. Daar waren ze toch wel van geschrokken. Om de resultaten te verbeteren kregen de klassen 7 en 8 dit schooljaar s middags les. Aansluitend kunnen ze leren en hun huiswerk maken op de school. Er zijn leerkrachten aanwezig die hen hier bij helpen. Dit jaar doen 32 leerlingen examen en ze hopen dat hierdoor de resultaten zal verbeteren. Het aantal leerlingen nam toe van 320 naar 387.
Er zijn nog steeds meer meisjes op school dan jongens. Met name de moeder-groep besteed hier veel aandacht aan. Tijdens de gesprekken met de vrouwen vertelden ze dat ze tijdens hun laatste bijeenkomst met de hoofdonderwijzer overlegd hadden hoe er door de leerkrachten meer aandacht gegeven kan worden aan de meisjes. In het bijzonder als ze ouder (jongvolwassen en ongesteld) worden. Omgekeerd kon de hoofdonderwijzer aangeven wat hij van de ouders verwacht: een persoon (onbekend wie) heeft de deur uit de "Girls Changing Room" gehaald. Waarom is onduidelijk, maar hierdoor wordt hier geen gebruik meer van gemaakt omdat zomaar iedereen naar binnen kant. De moeders gaven aan dat deze uiteraard opnieuw geplaatst worden, zodat de meisjes met een veilig gevoel zich kunnen verschonen. Dit constructieve overleg heeft een positieve uitwerking op het functioneren van de school. En uit de cijfers van de school blijkt bijvoorbeeld ook dat het aantal meisjes dat de school niet afmaakt, daalt.
Tijdens ons bezoek was er iemand mee van het bedrijf CWS (Clean Water Solutions) die de bestaande pomp heeft onderzocht. De pomp werkt goed maar de opbrengst is te laag. Hij geeft 30 liter en daarna moet je een half uur wachten. Dit is bij lange na niet genoeg dus gaan mensen elders (verder weg) water halen. In deze omgeving is het moeilijk water te vinden door de bodemgesteldheid (rotsen e.d.). In Madosa - een ander dorp - is het tot nu niet gelukt om met hulp van een mobiele boorinstallatie water te vinden. De ervaring met deze zoektocht leerde ons dat je eerst goed onderzoek moet doen (met speciale apparatuur) en dieper moet boren dan gebruikelijk. Hierdoor zijn de kosten hoger en je krijgt nog steeds geen garantie dat men een ader aanboort die het hele jaar door voldoende water geeft. CWS gaat op basis van het onderzoek bekijken wat er mogelijk is om in Kanjazi een goed werkende pomp te realiseren.