Maar eerst terug naar de periode vóórdat de groep kwam. Zelfs toen was er al actie. Een plaatselijke katoenfabriek doneerde klaslokalen, zodat World Servants de lerarenwoningen kon bouwen. Omdat er ook water nodig was, boorde de katoenfabriek een gat naar water.
Een oudere man uit het dorp vertelt: "Ik ben een gepensioneerde 'head teacher'. Ik kan niet geloven wat ik nu zie. Toen ik met pensioen ging hadden we alleen klaslokalen van modder en geen lerarenwoningen. Nu zijn er drie klaslokalen van steen en drie lerarenwoningen EN er worden nog eens drie klaslokalen gebouwd." De lokale bevolking is namelijk na het vertrek van de groep verder gegaan met bouwen. De voorzitter vertelt: " We weten nu hoe we het moeten doen. Tijdens het bouwen werkten we veel samen met de 'witte mensen'. Nu weten wij ook hoe we moeten bouwen. Wat hier geleerd is, passen we ergens anders weer toe. Zo zal het ook gaan met onze kinderen. Ze leren hier iets en misschien zijn ze op een dag lid van het parlement. Dan kunnen ze veel meer mensen helpen."
Een vrouw uit het dorp: "We waren verrast dat de 'witte mensen' op de grond wilden slapen, samen met ons aten en ons knuffelden bij het afscheid. We hadden niet verwacht dat ze naar onze huizen wilden komen. Ook hielpen ze met katoen plukken. We wisten niet dat 'witte mensen' ook met hun handen konden werken!"