World Servants in Zambia

De Zambianen zullen je hart stelen! Leer de mensen en hun dromen kennen tijdens een werkvakantie en geniet ondertussen van de schoonheid van het land. Werk hand in hand met de partnerorganisaties CCAP of MCC aan een enorme verbetering van het onderwijssysteem en de gezondheidzorg en daarmee de vooruitzichten van hele gemeenschappen.

Lilanda

klaslokalen

5 augustus - 26 augustus 2025

Kanolo

klaslokalen voor basisschool

21 juli - 12 augustus 2025

Mwishala

kliniek en huis voor medisch personeel

15 juli - 5 augustus 2025

Phawa

klaslokalen voor basisschool

14 juli - 4 augustus 2025


In Zambia ondersteunt World Servants sinds 1999 diverse gemeenschappen in het Mkushi district. Het gaat hierbij om onderwijs- en gezondheidszorgprojecten zoals de bouw van scholen en klinieken. Daarnaast bouwen we ook woningen voor de bijbehorende lokale stafmedewerkers. Hierdoor hoeven ze niet meer voor hun werk kilometers te reizen op slecht begaanbare wegen. Zo kunnen zij gemakkelijker hun beroep uitoefenen. Sinds 2010 werken we ook in Lundazi district waar we ons focussen op de verbetering van het onderwijs in het disctrict.

  • Hoofdstad: Lusaka
  • Oppervlakte: 752.614km²
  • Aantal inwoners: 19.334.604
  • Tijdsverschil zomer: geen
  • Temperatuur: 23 graden
  • Taal: Engels is de officiële taal; daarnaast kent Zambia 46 andere talen
  • Religie: christendom (87%), Islam (5%), Hindoeïsme, natuurgodsdiensten
  • Munteenheid: Zambiaanse kwacha
  • Regeringsvorm: presidentiële republiek

Zambia ligt in zuidelijk Afrika, globaal bekeken begrensd door DR Congo en Tanzania in het noorden, Malawi en Mozambique in het oosten, Zimbabwe en Botswana in het zuiden, en Namibië en Angola in het westen. De belangrijkste inkomstenbron is koper, dat vooral gewonnen wordt in de centrale provincie Copperbelt. Het toerisme in Zambia is voornamelijk geconcentreerd rond Livingstone in het zuiden. 60.1% van de bevolking van Zambia leeft volgens de Worldbank onder de armoedegrens ($ 1.90 per dag).

Geschiedenis

Oorspronkelijk werd Zambia bewoond door inheemse jagers en verzamelaars zonder vaste woonplaats. Ze leefden van de noten en fruit en van de jacht. In ongeveer de vierde eeuw na Christus kwamen de meer ontwikkelde Bantoesprekende immigranten vanuit het noorden het land binnen. Zij bebouwden het land, hielden vee, bewerkten metalen en maakten aardewerk. Ze leefden in kleine gemeenschappen en vestigden zich op een vaste plaats. In deze periode werden verschillende stammen gevormd.

Vanaf de twaalfde eeuw kwam er internationale ruilhandel in katoen, ivoor en koper op gang in Zambia. De bevolking nam toe en er ontstonden politieke eenheden waaruit in de 16e eeuw koninkrijken ontstonden: Chewa in het oosten, de Lozi in het zuidwesten en de Memba en Lunda in het noorden van het land. Kleinere stammen werden vaak verdreven door de uitbreiding van deze grotere stammen. Hoewel de Europeanen al vanaf deze periode naar Afrika kwamen, bereikten ze pas in de 19e eeuw de binnenlanden van Zambia, toen David Livingstone het land bezocht. Hij was de eerste Europeaan die de grote watervallen aan de Zambezi rivier zag. Hij vernoemde ze naar de Engelse koningin, Victoria. De stad vlakbij de watervallen is naar Livingstone zelf vernoemd. In dezelfde periode floreerde de slavenhandel ook in Zambia, doordat sommige stammen andere Afrikanen verhandelden in ruil voor Europese goederen. Livingstone wilde de bevolking bekeren en een eind maken aan de slavernij door deze te ruilen voor handel in katoen en ivoor. Dit plan mislukte helaas.

Aan het eind van de 19e eeuw kwam The British South African Company, onder leiding van Cecil Rhodes, naar Centraal-Afrika om grondstoffen te delven. Toen de Britten eenmaal begonnen met het delven van grondstoffen, namen ze het gebied langzaam maar zeker over. Zambia heeft zwaar geleden tijdens de Eerste Wereldoorlog, omdat vele duizenden Zambianen in het Britse leger werden ingezet om te vechten. Ook werd er veel graan en vee in beslag genomen.  In 1924 werd Zambia een speciaal protectoraat van Groot-Brittannië, onder de naam Noord-Rhodesië. De lokale leiders en ‘chiefs’ behielden wel het gezag over hun eigen mensen. 

Halverwege de twintigste eeuw klonk in heel Afrika de roep om onafhankelijkheid. Ook in Noord-Rhodesië was er veel onrust, omdat de Afrikaanse bevolking meer politieke inspraak wilde hebben. In 1962 wonnen twee Afrikaanse nationalistische partijen samen een meerderheid in het parlement.  Al snel kwamen er voorstellen voor volledig zelfbestuur, een nieuwe grondwet en meer democratie. Noord-Rhodesië werd op 24 oktober 1964 onafhankelijk en kreeg de naam Zambia. Ondanks de vele grondstoffen die het land rijk is, was het nog niet zo gemakkelijk om onafhankelijk te zijn. Er waren weinig capabele en opgeleide Zambianen om het land te besturen en de economie was grotendeels afhankelijk van buitenlandse expertise. 

Zie jij jezelf al meebouwen aan verandering in Zambia?

Ga mee

Het verhaal van...

2012 - In een krap lokaaltje met een dak van hout en riet krijgen 112 kinderen les, dat was de hele school. Hier bracht World Servants groep ZA512 verandering in door het bouwen van klaslokalen. Welke verandering? Dat ...

Lees meer