World Servants in Bangladesh

Geschiedenis

Tot 1947 was Bangladesh een onderdeel van India, voorheen Bengalen. Tot die tijd hebben deze landen een gezamenlijke geschiedenis. In het jaar 750 is de eerste boeddhistische heerser Gopala aan de macht gekomen. Hij moest er voor zorgen dat er een einde kwam aan de chaos en onderlinge ruzies. In het Palarijk groeide het boeddhisme uit tot de heersende religie. Doordat de koningen weinig aandacht gaven aan het verdedigen van het eigen land, bestond in de 12e eeuw nog slechts een klein gedeelte van de bevolking uit boeddhisten. De hindoeïstische Sena's kregen de macht en voerden het kastensysteem weer in. Slechts een eeuw later kwam er een islamitische krijgsheer die de macht greep.

In de eeuwen daarna bekeerde de bevolking zich tot de islam, vooral vanwege economische voordelen. De mensen op het platteland bekeerden zich uit woede tegenover hun hindoeïstische landeigenaren. In de 16e eeuw kwam Bengalen onder de macht te staan van de Mogols. Nu groeide de handel enorm en werd Bengalen een belangrijke doorvoer voor overzeese handelaren. Hierdoor werd de aandacht van de Europeanen getrokken. Na een voorval waarbij veel Britten gedood werden, nam Engeland de touwtjes in handen. Ze versloegen de heersende gouverneur en stelden een eigen heerser aan. In 1858 werd Bengalen een provincie van Brits-Indië om vervolgens halverwege de 20e eeuw verdeeld te worden in oost en west. De westelijke hindoeïsten kwamen als staat bij India. De oostelijke islamieten bij Pakistan. Oost-Pakistan voelde zich achtergesteld t.o.v. het westelijk deel (West-Pakistan) waarmee ze aanvankelijk één land vormden en begon een opstand in 1971. Na een oorlog waarbij meer dan een miljoen Bengali's het leven lieten, ontstond (met behulp van India) op 16 december 1971 het onafhankelijke Bangladesh. In 1975 werd het land een eenpartijstaat en de islam werd tot staatsgodsdienst uitgeroepen. Pas in 1991 werd Bangladesh bevrijd van de militaire dictatuur en waren de eerste vrije verkiezingen.

Politiek & economie

In Bangladesh leeft ruim de helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens ($1,90 per dag). Het is een overbevolkt land dat veel internationale hulp ontvangt, er zijn veel natuurrampen en de politiek is instabiel. De export van textiel is de belangrijkste inkomstenbron voor het land, gevolgd door de productie van leer en papier. Naast deze sectoren is er weinig industrie in Bangladesh. Naast het verbouwen van suikerriet, tabak en graan wordt als belangrijkste product in de landbouw ook rijst verbouwd. Bangladesh is een parlementaire democratie waarin de president weinig macht heeft. Hij wordt gekozen door het parlement en stelt vervolgens een minister-president aan die de belangrijkste beslissingen neemt.

Klimaat & landschap

Een tropisch klimaat met milde droge winters, vochtige zomers en een warm regenseizoen (juni-oktober) is kenmerkend voor Bangladesh. Overstromingen, tornado's en cyclonen treffen het land ieder jaar. Ongeveer de helft van het land bestaat uit bossen; bamboebossen in het noorden en mangrove's in het zuiden. Vele regenwouddieren komen voor in Bangladesh, onder andere de bedreigde Bengaalse tijger.

Bangladesh bestaat voor het grootste gedeelte uit water. De rivieren de Ganges en de Brahmaputra monden met vele vertakking uit in de Golf van Bengalen. Het land is hierdoor heel vruchtbaar, maar er zijn ook veel overstromingen. In het zuidoosten vind je Chittagong Hills, met de hoogste berg Mowdik Mual (1052 meter). Het langste natuurlijke strand van de wereld, Cox's Bazar, ligt ten zuiden van de stad Chittagong.

Cultuur

Bangladesh heeft een hoge bevolkingsdichtheid. Er wonen ruim 167 miljoen mensen waarvan ruim 98% Bengali is. De meeste inwoners zijn moslims, ruim 95%, gevolgd door het hindoeïsme met 4,5%. De officiële taal in het land is Bengaals. De belangrijkste sport is cricket en rijst en vis worden veel gegeten.

Partnerorganisatie

World Servants werkt in Bangladesh samen met TLMI - Bangladesh.