De Bangladesh-groep heeft de eerste avonturen in Dhaka er al op zitten. De eerste deelnemers liggen inmiddels op één oor op te laden voor deel twee van de reis: met de trein naar het Noorden van het land.
De reis begon al enerverend op Schiphol. Ook de Ermirates-staf zal onze check-in niet snel vergeten. En dat kwam niet alleen door onze enorme bult bagage. De marechaussee (inclusief speurhond) had het niet op onze tassen voorzien, maar op een achtergelaten tas bij (jawel hoor) onze balie. Maar eind goed (bijna) al goed: op één kist na is alles in Bangladesh. En ohja, bijna nog een kussen vermist, maar dat werd verijdeld door held en kussenhater (?) Mathilde.
We vlogen met de indrukwekkend grote A380, waarin de helft van de groep op de bovenverdieping zat. De wandeling van de groep beneden naar de groep boven ging via de keuken en de VIP-bar. Indrukwekkende luxe, die afsteekt tegen wat we vandaag in Dhaka zagen.
De korte overstap in Dubai was perfect georganiseerd door de vrienden van Emirates. Aan alles gedacht en ruim op tijd in het volgende toestel voor nog een paar uren keus uit honderden films, spelletjes, muziek en prachtige wolkenluchten boven de natte kust van Bangladesh.
In Dhaka maakten we kennis met de Bengaalse bureaucratie (waar we inmiddels al vaker van hebben mogen genieten, het aantal ingevulde formuliertjes zijn we kwijt...) bij het visumbureau. We hebben niet geprobeerd de procedure te begrijpen, maar de uitkomst staat ons aan: we hebben na een paar uur geduld oefenen allemaal het felbegeerde stempeltje gekregen. En stukje verderop waren onze tassen al naast de band gezet en na even zoeken bleek ook de vermist gewaande tas van Marius terecht.
Door naar de busjes. Drie tienpersoonsbusjes om precies te zijn, voor dertig mensen. Dat moet passen, zou je denken. Uhhh, niet dus. De laatste drie stoelen van elk busje waren namelijk in de bagageruimte gebouwd. En bagage.. daar hadden we wel wat van. Al snel hadden we nog een busje, maar daarmee kregen we nog niet alles mee. Uiteindelijk zijn we met een karavaan van vijf busjes naar ons guesthouse gereden. Na een lekkere sandwich konden we een uurtje rusten. Daarna lunch en daarna naar de kerk (vlakbij, maar wel een uur rijden in het totaal verstopte verkeer). Die dienst was voor onze oogleden net teveel van het goede, ze bezweken bij sommigen onder de druk van flink slaaptekort. Knikkebollend preek luisteren dus en dat in het Bengaals.
Als ik dit schrijf ligt iedereen te slapen. We hebben nog snel een diner naar binnen gewerkt en vooruitgeblikt op de dag van morgen, als we met de trein naar het Noorden reizen. De tickets zijn binnen, dus we zien ernaar uit om Bangladesh vanaf het spoor te bekijken. We moeten morgenochtend om 7 uur de busjes laden, om ervoor te zorgen dat we om 10 uur op het station (dat vlak bij is) kunnen zijn. De ochtendspits is namelijk nog heftiger dan de avondspits...
Iedereen maakt het (op wat knikkebollen en zware oogleden na) goed. We hebben het gezellig met elkaar en kijken onze ogen uit.
Groeten namens de groep, Willem-Jan