Omdat de tweede week al bijna ten einde is, schrijven we weer een berichtje vanuit Bolivia. De tijd vliegt echt voorbij en niemand wil er over nadenken dat we volgende week rond deze tijd al in het vliegtuig zitten.
Op de bouw gaat het ontzettend goed. De lokale staf blijft maar benadrukken dat we voorlopen op schema en dat ze blij zijn met de snelle voortgang en het nette werk. Vandaag of maandag is het metselwerk klaar. Het metselwerk kost in Bolivia veel tijd, omdat er wordt gebouwd met kleine stenen. Ze zijn vergelijkbaar met de stenen die we in Nederland ook gebruiken. In veel andere WS-landen wordt gebouwd met grotere blokken steen. Als het metselwerk klaar is gaan we de ringbalken, waarvan het ijzerwerk al gemaakt is, plaatsen en vullen met beton. In die staat gaan we het gebouw waarschijnlijk opleveren, waarna de lokale bouwvakkers zullen zorgen voor het dak en de verdere afbouw.
Naast de bouw hadden we deze week een vol programma. Op maandag bezocht een groep deelnemers het lokale ziekenhuis. Aan de ene kant waren ze positief verrast door de goede voorzieningen, maar aan de andere kant ook geraakt door de schrijnende verhalen die er werden verteld. Op woensdag werd een lokale boerderij bezocht. De boer had zowel vee als fruitbomen. Het was interessant om te zien hoe zo’n onderneming in Bolivia wordt gerund.
Iedere dag ging deze week een groepje deelnemers op huisbezoek. Dat is altijd bij iemand die een link heeft met het gehandicaptencentrum waar we bouwen. Soms is het bij iemand die mooi woont en het relatief goed lijkt te hebben, soms komen we schrijnende situaties tegen. Zo ontmoetten we deze week al twee keer een moeder met weinig bezit, wiens levenswerk het is om te zorgen voor haar gehandicapte kind. Vaak is dat al sinds haar tienerjaren, en heeft haar man haar verlaten vanwege het gehandicapte kind. Confronterende situaties, die ons doen beseffen hoe gezegend we in Nederland zijn.
Het kinderprogramma is deze week ook vervolgd. Het is leuk om te zien dat het lukt om echt een band op te bouwen met de kinderen van de school, en dat ze het iedere dag zo naar hun zin hebben.
Omdat niet alle gehandicapte kinderen uit de omgeving naar de school kunnen komen, zijn een aantal deelnemers deze week ook op bezoek gegaan bij sommige kinderen thuis. De kinderen wisten dat we in El Torno waren, en wilden ons graag ontmoeten. We konden hen zo, op een hele simpele manier, het gevoel geven dat ze gezien worden en dat ze ook belangrijk zijn. Volgende week staat er nog zo’n bezoekmoment op het programma.
Deze week is twee keer een avondprogramma verzorgd door mensen uit de gemeenschap. Op dinsdagavond, terwijl we nog aan het diner zaten, stond er spontaan een lokale muziekgroep voor de poort. Ze kwamen muziek voor ons maken en iets delen over hun missie om het geloof te verspreiden in de omgeving. Ze wilden ook graag weten wie wij waren en waarom we precies kwamen doen wat we doen. Zo konden we samen ons geloof delen en voor elkaar bidden.
Gistermiddag stond er iets op het programma waar vooral veel jongens uit de groep lang naar hadden uitgekeken: de interland Bolivia – Nederland. We voelden ons als internationals van Gibraltar of San Marino, toen we rechtstreeks vanaf de steiger naar het voetbalveld liepen om het op te nemen tegen een ploeg uit de buurt. Doordat de linies ver uit elkaar speelden kwamen we binnen tien minuten op een 0-2 achterstand. Halverwege de tweede helft wisten we de 1-2 te scoren, en vijf minuten voor tijd de 2-2. Strafschoppen moesten de doorslag geven. Bij de eerste vijf misten beide teams één keer, waarna we ze om-en-om moesten nemen. Doordat onze keeper de achtste penalty op puike wijze uit de hoek van de goal wist te fietsen, had tolk Adhemar de beslissing op zijn schoen. Hij wist de strafschop te benutten, waarna het feest losbarstte. Het bleef nog lang onrustig in El Torno.
Met de groep gaat nog steeds alles goed. Een paar deelnemers krijgen wat last van pijntjes, wat natuurlijk niet gek is na twee weken bouwen (en voetballen). Bovendien wordt het ’s nachts wat kouder, waardoor sommige jongens ’s nachts zo nu en dan wakker waaien door een koude windvlaag. Gelukkig zorgt ‘mama’ Gilma nog steeds fantastisch voor ons. Deze week kreeg ze zelfs een keer een staande ovatie toen ze ons voor het diner zelfgemaakte patat met hamburgers voorschotelde. De groetjes, die we binnenkort weer gaan uitdelen, zullen vast ook een helende werking hebben.
Er staat een lekker ontspannend weekend voor de deur: we vertrekken vandaag na de lunch naar Samaipata. Daar bezoeken we vandaag een baksteenfabriek en gaan we lekker eten. Morgen bezoeken we een oud World Servants-project, bekijken we Inca-ruïnes en gaan we zwemmen. Zondag hebben we een viering, bezoeken we een markt, watervallen en nog een oud World Servants-project. Voor het diner zijn we dan weer thuis, want natuurlijk moeten we vroeg slapen om uitgerust te beginnen aan de laatste week.
Theunis Sjoerd