Een verslag geschreven door Marijke.
Het is 06.30 uur. Ik bevind mij tussen waken en slapen, als mijn oren worden gevuld met gitaar muziek. Matthias komt al spelend op zijn gitaar onze kamer inlopen en zegt: “Dames, het is 06.30 uur. Tijd om wakker te worden! Over 20 minuten gaan we ontbijten.” Hij loopt de kamer uit en laat ons, in al onze ochtendellende, achter. Wat is wakker worden toch altijd zwaar. Om 08.15 uur staan we op de bouwplaats. Van verre hoor ik de eerste kindjes al ‘Mondèle’ (blanke) schreeuwen en zie ze nu ook aankomen rennen. Het zonnetje is nog niet doorgebroken, maar het ziet er toch naar uit een mooie dag te worden. Marijn verdeelt de taken en ik ga de put in (letterlijk). De put moet worden dicht gemetseld, zodat het een septic tank kan worden. De anderen beginnen Blaise te helpen met voegen en metselen, stenen te sjouwen en ook wordt papa Tumba geholpen met het storten van beton. Na een halve ochtend te zijn bekeken door een stuk of twaalf Congolese mannen wordt het lange zwijgen doorbroken door iemand die Engels spreekt. Het gesprek komt op gang en tijdens het werken praten we over trouwen en vrouwen in Congo en de vraag of Jezus zwart of wit was. Na de lunch, die zeer uitgebreid en lekker was, gaan we weer terug naar de bouwplaats om stenen te sjouwen en te metselen. Tijdens het werk denk ik aan de weeshuisjes waar ik gister was om een ochtend te kijken hoe het er daar aan toe gaat. De oudste kinderen van de huisjes helpen mee met van alles: ze wassen de kleintjes, ze koken, ze putten water en ze bewerken het land. De kleintjes krijgen ook taken, zoals het erf vegen en water bij de rivier halen. Ik vond het bijzonder om te zien dat de kinderen, die allemaal wees zijn, er zo ontzettend gelukkig uitzagen. Om vijf uur komt James aan en kunnen we naar zijn Engelse les gaan. De les wordt in een schooltje een stuk verderop gegeven en we worden erheen gereden door iemand anders. In de Jeep zitten we met zijn twaalven: twee voorin, vier op de achterbank en zes in de achterbak. Het klaslokaal ziet er ietsjes anders uit dan wij gewend zijn. De leerlingen zitten op houten bankjes en krijgen les onder een dak met gaten er in. De muren zijn volledig beschreven en ook het bord staat vol gekalkt. De les is al in volle gang en samen met de rest van de klas beginnen we braaf de dagen van de week op te dreunen. Na de les mogen we allemaal iets vertellen over het belang van Engelse les. Thuis gekomen krijgen we lekkere broodjes te eten en rusten we uit. Achter mij hoor ik het geruis van de generator en het gelach van deelnemers die Congolezen leren ‘loomen’. Ik voel mijn oogjes dichtvallen en besluit dat ik er een eind aan ga breien. Beno leka m’boti, oftewel: slaap lekker allemaal!
Marijke
Ps. Reacties vinden we leuk!