'Een bijna Nederlands weekend', zo schrijft hoofdleider Cees Versteeg. Nouja... een gemiddelde Nederlander beleeft minder in z'n weekend... Lees maar:
Zaterdagochtend zouden we om half negen vertrekken, dat werd kwart over negen. Om 12.00 uur zouden we in Mzuzu zijn (dat werd 13.45). Na een heerlijke lunch in ons guesthouse hebben we de kamers ingericht. Intussen was de hoofdleider geld gaan wisselen. Wisselkantoor dicht, dan maar pinnen: 720.000 kwacha, dat moest in 17 keer, want het maximum bedrag om te pinnen was 40.000. Grootste biljet 1000 dus plasticzak vol geld.
Vervolgens een bezoek aan de lapjesmarkt voor de dames en hardwaremarkt (auto onderdelen) voor de heren. Daarna een koud colaatje en door naar de souvenirshop(je). De mensen die buiten moesten wachten gingen gezond shoppen bij het benzine station. Koekjes, chips en dorritos. Via Hans zijn werkplaats, waar we uitleg kregen over de verschillende pompen, gingen we naar het huis van Hans en Gerrie. We kwamen aan in het donker. Gerrie had echte koffie en thee wat vervolgd werd door een pasta schotel en als klap op de vuurpijl gele vla met daarop chocolade vla. Net of we al in Nederland waren.
Na een gezellige avond terug naar ons guesthouse om naar bed te gaan want we moesten om half zes weer uit de veren omdat om zeven uur de kerk begon. Daar aangekomen om stipt zeven uur uur waren we de eerste kerkgangers. Alleen het koor was al aan het oefenen. De dienst begon om half acht met ongeveer 80 mensen en rond half negen waren er bijna 200. We werden in de dienst voorgesteld en daarna mochten we als groep drie liederen zingen, onder begeleiding van onze eigen muzikanten. Na de dienst werden we rondgeleid over het terrein langs de privéschool van de kerk en de varkensfokkerij van de kerk.
Na deze rondleiding gingen we weer naar Hans en Gerrie voor koffie met boterkoek. Daar kwamen ook nog wat andere Nederlanders en een aantal Malawiaanse jongeren uit de kerk. Voor gesprekken en om samen te zingen. Ook de dominee kwam nog langs en nodigde ons uit om snel weer terug te komen en of er een dominee uit Nederland hem wilde steunen. Plotseling was het half twee en moesten we weg. Na een lange reis waren we terug in Deweya ( sommigen zeiden: 'zo we zijn weer thuis'). Daar waren we verbaasd over hoe de bouwvakkers waren opgeschoten. De helft van het dak zat er op. En vanmorgen hebben ze het dak afgemaakt. De aannemers hadden gezegd: 'er moeten veel mannen komen, want het gebouw moet af'.En er waren dus veel mannen gekomen uit het dorp. Dus we komen twee dagen eerder naar huis GRAPJE.
We gaan de rommel opruimen en het eindfeest voorbereiden. O ja, voor ik het vergeet: de sfeer is nog steeds uitstekend en op een paar blaren en splinters na zijn we allemaal gezond. Voor de mensen uit Sprang: Jullie vlag was niet vergeten maar wij als leidersteam hebben er alles aan gedaan om er één groep van te maken en dat zijn we nu ook: een groep Nederlanders van World Servants. Om het leed enigszins te verzachten hangt de vlag uit sprang hier van de voetbal wedstrijd al te wapperen. Wederom de groeten uit het gezellige, warme, bijna als thuis aanvoelende maar nog steeds winderige Deweya.