Dagboekverhaal | Gefrituurde muis als fingerfood

Geplaatst op 7 jul 2020 - 17:29

Tijdens ProjectVibe2020 vieren we de projectzomer met verhalen van projecten uit de afgelopen jaren. Lees vandaag mee met een verhaal uit Zambia in 2017. 

Woensdag 19 juli 2017 

Om in het Afrikaanse ritme te komen, mochten we onze eerste ochtend in Zambia 50 minuten wachten op de bus. 4.30 uur stonden 35 Nederlands op, om 5.00 uur stonden 40 tassen en Nederlanders voor de poort. In het donker zodat alle ingevallen en vermoeide gezichten niet te zien waren. Om 6.00 uur reed de bus uit Lusaka. Vanaf toen werden we getuige van het Afrikaanse openbaar vervoer. Daarbij horen Afrikaanse vertrektijden, maar ook een vijf man sterke bemanning op de bus. Eén om de ‘administratie’ bij te houden, één om het raam zo nu en dan te poetsen, één om de verkondigen dat de bus van de Zambiaanse overheid is, één om de buschauffeur van water te voorzien en dan de buschauffeur zelf, die zo nu en dan stopt om een maïskolf, koekjes, ui of muis te kopen en op te eten achter het stuur.  


Rond 11.15 uur aten we een banaan en even later hadden we onze eerste plaspauze. De bosjes in en wc-papiertje mee. Onderweg kwamen we nog wat politie tegen. De meesten deden de pilon aan de kant en “rij maar door”, één vrouw dacht daar anders over. Elk persoon moest zijn/haar paspoort laten zien. Hoofdleider Betty verzamelde de stapel paspoorten. Nadat ze Jildou en mijn paspoort met visumstempel had gezien, was het al goed en mocht Betty alle paspoorten teruggeven. De ukulele werd erbij gepakt, we gingen de berg op, zandweggetje af en zo nu en dan langs een supermarkt. We hadden weer pauze om 14.45 uur in Chipata. Ondertussen was het 33 graden. We gingen over de brug, die geopend werd door het verzetten van een pilon en rond 18.00 uur kwamen we op onze laatste reisovernachting aan. 

We mochten vandaag genieten van de ondergaande zon, de geuren van een Afrikaanse stad, de gewoontes van een varken achterop de fiets, aan de weg verkopen en de koeien en geiten op de weg. Aangekomen in Lundazi werden de kamers verdeeld, kwam de eerste pasta, salade en kip op tafel en hielden we een avond vol grappen, opdrachten en gelach tijdens De Lama’s. Toen de jongens hun plek in het midden hadden ingenomen en alle tanden waren gepoetst, werden rond 22.30 uur de lichten uitgedaan. 

 


 

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.