Vijf landen in vierentwintig uur
“Goedemorgen” zegt de vriendelijke stewardess. Hoewel het vliegtuigscherm zegt dat het in Brussel 02:00 uur is, in Addis Abeba 05:00 uur, zegt ons horloge 03:00 uur. Wat het ook precies is, het is een vroege goedemorgen met een muffin.
Vervolgens stappen we uit in Addis Abeba waar sommigen bij de gate proberen te slapen, anderen Zweeds pesten of gewoon wat chillen.
Na drie uur wachten mogen we met de bus naar het vliegtuig, waar we nog meer zitten, slapen, films kijken, kletsen en spelletjes doen. Als we in Congo stoppen, hebben we weer een warme maaltijd achter de kiezen en zijn er verschillende connecties met andere reizigers gelegd. Op deze tussenstop stappen mensen in en uit, wordt er schoongemaakt en horen we grote verhalen over ‘een berg met goud’.
Het is vervolgens nog een kleine 1,5 uur voordat we eindelijk ‘ons’ langverwachte Malawi zien. Bij het uitstappen voelen we ons al helemaal thuis: een heerlijk zonnetje, een klein briesje, een prachtig landschap.
Het proces om van het vliegveld af te komen is vervolgens wat langdradig. Het geduld wordt op de proef gesteld, maar als we dan eindelijk Mussa in onze mooie groene groepstrui zien staan, is het snel vergeten.
We verdelen ons (en de bagage) over een busje, een Jeep en een truck. We maken kennis met de verkeersregels, verbazen ons over de hoeveelheid mensen langs de weg en hoesten ons suf van al het stof.
Bij aankomst in de lodge verdelen we onze tassen over de kamers, eten we ons eerste bordje rijst met kip en bekomen we van de reis.
Nu is het tijd ons bed op te zoeken voor een heeerlijke nacht. Morgenochtend het laatste deel: op naar Chankhazi!