Vandaag is de dag van de begrafenis. Dat de dag anders dan anders zou worden was al aangekondigd. Toch zijn we benieuwd wat ons te wachten staat.
Als we wakker worden horen we zacht zingen uit het dal en voor onze school lopen steeds groepje vrouwen langs in de richting van het gezang. Sommigen dragen bloemen mee.
Tijd voor ontbijt. Gelukkig is de aardappel gewisseld voor rijstepap, die we vrolijk verorberen. Tandenpoetsen en dan GMG, vanmorgen over vriendschap.
Dan begint onze oefening in geduld. Het valt op dat ‘ons’ pleintje, dat anders een plek is waar steeds mensen komen en gaan, verlaten is. Behalve 33 Nederlanders lijkt Ndatuwa leeggelopen. En wat ons programma wordt is nog onbekend. In elk geval is er nog geen antwoord op onze vraag of we misschien toch rustig aan een beetje aan de slag kunnen op de bouwplaats en we weten dat ons eerste kinderprogramma vandaag niet kan plaatsvinden. Dat schuiven we door naar morgen, net als de cultuurchallenge van vanmiddag.
Om half tien horen we dat de familie van de overleden vrouw ons graag als gast ontvangt bij de ceremonie, die al begonnen is. We trekken onze netste kleren aan en wandelen in de richting van het gezang. Na een minuutje of tien wandelen zien we waar heel Ndatuwa en omgeving is: rond het huis van de overleden Maria krioelt het van de mensen. Er wordt gekookt, gezongen, gehuild, gepraat en gewacht. Wij doen mee met dat laatste en leren intussen veel over de gebruiken rond rouw en begraven.
Tegen lunchtijd keren we terug naar onze school, met een uitnodiging op zak voor de daadwerkelijke begrafenis vanmiddag. Thuisgekomen staat onze geit heerlijk gekruid op tafel en we krijgen het bericht dat we, mits zonder herrie, rustig aan de slag mogen op de bouwplaats. We besluiten de taken te verdelen: een ploeg die morgen het kinderprogramma doet gaat zich daarop voorbereiden (want we verwachten heel erg veel kids), er gaat een ploegje terug naar de begrafenis en een andere ploeg gaat bezig met stenen persen en andere bouwwerkzaamheden.
Zo gezegd zo gedaan. Bij het huis van de overledene is het nog drukker geworden; we schatten dat er zo’n tweeduizend mensen op de been zijn. Na een woord van de priester en een opsomming van de grootste giftbedragen voor de rouwende familie vormt de menigte een stoet van zeker een kilometer lang. De kist gaat voorop en langzaam maar zeker neemt de mensenmassa bezit van een bosje op zo’n twee kilometer van het huis. WJ wordt naar voren geloodst en we mogen vlakbij het graf tussen de bomen plaatsnemen. Intussen blijft het gezang doorgaan, ook als de priester de laatste woorden uitspreekt. Dan zakt de kist het diepe gat in. Eerst langzaam, maar dan opeens heel snel. Een van de touwen is geknapt. Consternatie als een man razendsnel in het gat springt om de situatie te redden, maar alsof er niets gebeurd is, zet het koor door en scheppen de gravers het gat dicht. Als de familie de bloemen die we vanmorgen zagen op het graf geplant heeft, is de ceremonie voorbij. Iedereen gaat weer zijns weegs.
Intussen is er hard gewerkt op onze compound. De bouwplaats is geordend, de stenen staan gestructureerd klaar om morgen een vliegende start te maken en het fundament is verder afgevuld met grond. En binnen is het kinderprogramma verder voorbereid. Het wordt feest de komende dagen!
De stilte van de afgelopen dag maakt plaats voor levendigheid op ons plein. Kids komen spelen en vrouwen zingen en dansen. We genieten nog steeds volop van het leven hier en we worden steeds meer één met de gemeenschap.
De krappe schoolbankjes eisen wel enige tol op onze lange lijven. Er moet heel wat massage aan te pas komen om een beetje soepel te blijven. Toch steken we ons ook ‘s avonds nog weer in die krappe bankjes voor een verrassend avondprogramma. Met een spel dat niet gaat om tegenwerken, maar om samenwerken en het benutten van elkaars talenten sluiten we deze dag van gedenken af. Op naar een nieuwe dag in Ndatuwa. Welterusten!