UG119 | Haren wassen in een stortbui

Geplaatst op 28 jul 2019 - 21:06

Hierbij weer een update vanuit Uganda! Deze keer geschreven door twee deelnemers, Aïsha en Lieke.

Zoals jullie in de vorige update hebben gelezen, is donderdag de bouw begonnen. Na deze intensieve eerste bouwdag hebben we lekker gegeten. Tijdens het eten begon het plotseling te stortregenen, de elektriciteit viel uit en onze cultuurleidster Amarins riep: ‘Pak de shampoo!’. Enkele seconden laten stonden alle meiden het haar in de regen te wassen, super efficiënt! Na deze stortdouche was het tijd voor het eerste avondprogramma. Op deze avond konden we Mary, onze plaatselijke projectcoördinator van AEE, het hemd van het lijf vragen. Ze begon met een uitleg over de Ugandese organisatie AEE, waarna het tijd was voor meer persoonlijke en culturele vragen. Daarna was er nog tijd voor wat spelletjes of voor het schrijven in de notitieboekjes. De volgende dag begon weer vroeg, om 6 uur werden we gewekt en om 6.30 was het tijd voor het tweede goedemorgen gesprek (GMG). Een half uur laten zaten we met de hele groep aan het ontbijt, wat onder andere bestond uit ‘pannenkoekjes’ (chepati, spreek uit: tsjipaatie). Om 8 uur stonden we weer klaar voor de tweede bouwdag. Het thema van de dag was stenen: stenen brengen en halen, stenen metselen, stenen kapotslaan, stenen in het cement verwerken en stenen overgooien. Gelukkig was het geen 40 graden, maar een stuk koeler door de bewolking. ’s Nachts is het ook goed te doen, sommigen vinden het zelfs te koud. Kortom, het klimaat in dit mooie tropische land is aangenaam. Verder is het eten ook prima. ’s Ochtends vaak wit brood met een eitje, fruit en koffie/thee en af en toe mogen we genieten van een lokale lekkernij, zoals de chepati. ’s Middags en ’s avonds eten we warm, vooral rijst en aardappelen met een beetje groente en vaak nog pompoen, bonen, paarse ‘pindasaus’ en gekookte banaan (matooke).

De sfeer in de groep is erg goed, mede dankzij het leuke leidersteam. Wij houden het nog prima twee weken uit! Zaterdag mochten we uitslapen tot 7 uur en was het tijd voor culturele uitstapjes. Na het ontbijt werden we gesplitst in twee groepen. De eerste groep ging een lokale boerderij bezoeken, die op een Afrikaanse 30 minuten loopafstand was. De boerderij werd gerund door een tiental mannen, die met elkaar zorgden voor zo’n 3000 kippen, 6 koeien, tientallen varkens en 5000 vissen. Op het einde kregen we nog 150 eieren cadeau van Anthony, de baas van de boerderij. Hij woonde vlakbij waar hij zijn eigen biogas maakte in de voortuin met de poep van de koeien.

Op de terugweg hebben we een lange en warme wandeling gemaakt door de heuvels. Ook hebben we een gespleten rots beklommen. De tweede groep ging op huisbezoek, bij een gezin van een kind dat op de Kkungu Primary School zit. Een van de gezinnen woonde op 20 minuten loopafstand van de school. Bij aankomst lagen er verschillende zelfgemaakte kleedjes waar we op konden zitten. Hierna was er tijd voor vragen van beide kanten, waarbij we vroegen hoeveel mensen er in het huisje woonden. Het eerste antwoord was 3, maar uiteindelijk bleek de hele familie er te wonen. De vrouw vertelde ook dat haar zoontje begon met bouwen en knutselen toen hij zag dat wij bezig waren op de bouw, erg bijzonder om te horen. Dit zoontje (ongeveer 10 jaar oud) had zijn eigen mini boerderij met onder andere vier varkens, twee geiten en een paar kippen. Hij vertelde ook dat hij zijn eigen bakstenen maakt en heeft dit laten zien tijdens een wandeling. Na het geven van een aantal cadeautjes kregen wij ook wat: suikerriet, jackfruit, mango’s en avocado’s.

Na deze indrukken was het tijd voor de lunch, waarna we al snel in het kleine busje sprongen om een school te bezoeken. Het bijzondere aan deze school was dat een Nederlands stel hier zelf helpt om de school te onderhouden. Denk hierbij aan de gebouwen zelf, maar ook de schoolboeken. Bij de introductie moesten wij ons om de beurt voorstellen op het podium voor honderden scholieren. Een aantal lange jongens uit de groep werden ontzettend hard uitgelachen om hun jonge leeftijd. Hier waren wij ook echt verrast over. Hierna was het tijd om in kleine groepjes met de scholieren te praten. Dit was een erg leuke manier om over elkaar te leren. Sommigen van ons kunnen misschien nog veel vriendschapsverzoeken op Facebook verwachten… Na een korte rondleiding volgden nog wat oefen-interlands. Hierna gingen we voldaan en moe terug naar Kkungu, waar de eerste groetjes na het eten aan de waslijn hingen! Het avondprogramma bestond uit minute to win it, waarbij Rianne won.

Zondag mochten we alweer uitslapen tot 7 uur. Iets na tienen stonden we in de Anglicaanse kerk, die naast de school staat. Deze dienst duurde iets langer dan twee uren. De dominee had een erg enthousiaste preek, die wij niet helemaal konden volgen. Verder diende het keyboard als orgel, met verschillende geluidseffecten. Tijdens de dienst is er veel gezongen, maar ook gedanst. Wij hebben zelf met onze muzikantjes (Micha, Harm, Marijn en Stef) ook twee liederen gezongen. Na de lunch hadden we een vrije middag, waar iedereen zijn eigen ding kon doen. Zo is er gevoetbald, is de was gedaan en zijn er spelletjes gespeeld. Ook hebben een aantal van ons een Ugandees spel geleerd, namelijk woodball. Dit is een soort midgetgolf op een groot veld met houten ballen. Tijdens deze vrije middag is er nu al een diarree-wc aangewezen.

Wij hopen jullie weer goed bijgepraat te hebben!

Liefs van Aïsha en Lieke

De bouwprojecten van World Servants bieden jongeren de kans om mee te bouwen aan verandering. Hun inzet tijdens een werkvakantie laat praktisch zien wat de kracht van dienen is. Door samen met een lokale gemeenschap te werken aan een ontwikkelingsproject van een lokale ontwikkelingsorganisatie, veranderen niet alleen de levensomstandigheden voor de hele gemeenschap, maar veranderen ook de jongeren zelf.

In veel Nederlandse kerken is een World Servants-project onderdeel van het jongerenwerk van de kerk. Diaconaat en jeugdwerk lopen zo naadloos in elkaar over en een hele gemeente komt in beweging rond het project. Werkvakanties hebben daardoor een blijvende impact, zowel in Afrika, Azië of Latijns-Amerika als in Nederland.