Donderdag schreef Verre Naasten-directeur Klaas Harink een kritisch stuk over werkvakanties in het Nederlands Dagblad. Vandaag staat onze reactie op de opiniepagina.
Pak de werkhandschoen op
In het ND van 24 augustus roept Verre Naasten-directeur Klaas Harink Nederlandse vrijwilligers op om geen praktisch werk meer te doen in ontwikkelingslanden. ‘Afrika’ zou helemaal niet op hen zitten te wachten. Volgens Harink zouden vrijwilligers in het buitenland geen zinvol werk kunnen doen, cultureel ongevoelig te werk gaan, zorgen projecten voor verdringing op de arbeidsmarkt en heeft het zelfbeeld van de lokale bevolking te lijden onder de komst van de vrijwilligers. Het is waar dat lichtzinnig uitgevoerde projecten zonder een sterke lokale organisatie een averechts effect kunnen hebben. Maar alle organisaties, ook die met een sterk doordachte werkwijze, op deze manier afschilderen is kortzichtig, en nogal opmerkelijk voor een directeur van een organisatie die zelf jongeren uitnodigt voor projecten in het buitenland.
World Servants stuurt deze zomer bijna 700 jongeren in teams de wereld over. Drie weken lang bouwen ze, samen met een lokale gemeenschap, aan klaslokalen of klinieken. De bouwprojecten zijn stevig ingebed in een meerjarig programma van een lokale organisatie. Onze ervaringen zijn tegengesteld aan die van Harink.
Vrijwilligers omschrijven als neo-kolonisten die om egocentrische redenen afreizen naar Afrika doet hen geen recht. Bij World Servants leren we vrijwilligers een nederige houding. Een vrijwilliger is in eerste instantie een learner. Hij kijkt, luistert en leert van de gang van zaken in bijvoorbeeld Zambia of Ghana. Vervolgens is hij een servant. Hij dient en zet de doelen van de ander op de eerste plaats. Na zijn werkvakantie is hij een storyteller. Hij deelt een persoonlijk, doorleefd verhaal over onze broeders en zusters ver weg. Juist samen praktisch aan de slag zijn met de doelen van de ander zorgt voor dat doorleefde verhaal. Natuurlijk is een werkvakantie voor vrijwilligers een avontuur, maar de ander staat centraal en de vrijwilliger is te gast. Zo levert een dien-ervaring vollediger wereldbeeld op, aan twee kanten.
Echt contact zorgt ervoor dat het zelfbeeld van de ander wordt opgebouwd in plaats van afgebroken. Samen werken aan één doel zorgt voor bemoediging, een gevoel van gezien worden en nieuw perspectief. De komst van een team vrijwilligers met een lerende houding, geeft een lokale gemeenschap erkenning. Na een project pakken gemeenschappen zelf de handschoen op. In een gemeenschap in Tanzania bouwde een team vrijwilligers een paar jaar geleden, samen met de gemeenschap, de eerste stenen woningen van het dorp. Toen een vrijwilliger een paar jaar later terugkeerde had de gemeenschap meer stenen woningen gebouwd. Het project had hen de waarde van samenwerking laten zien en motiveerde hen om zelf in actie te komen. Dienen moedigt initiatief aan.
De aanwezigheid van een team dienstbare vrijwilligers zorgt ook voor allerlei effecten die niet bereikt zouden worden door alleen geld te sturen. Echt contact zorgt ook voor nieuwe energie, meer intercultureel begrip, kennisvergroting op het gebied van hygiëne en het bespreekbaar worden van rolpatronen. Het effect van een vrijwilligersproject reikt veel verder dan de totstandkoming van klaslokalen of een kliniek. Om dat te bereiken is voor vrijwilligers geen jarenlange opleiding nodig, maar enthousiasme, energie en goodwill. Ook volgen vrijwilligers bij World Servants meerdere korte trainingen over het land, de cultuur en samenwerking.
Van verdringing op de arbeidsmarkt, zoals Harink beweert, is bij onze bouwprojecten geen sprake. Sterker nog: bij het project dat ik afgelopen zomer in Malawi bezocht zorgde de aanwezigheid van de vrijwilligers voor werk voor vijftien mensen uit de regio, en dan reken ik het personeel van de partnerorganisatie in Malawi nog niet mee. Het keukenpersoneel, de aannemers en de chauffeurs verdienen zo een inkomen voor hun families.
De door Harink aangehaalde oproep van UNICEF heeft specifiek betrekking op vrijwilligersprojecten in weeshuizen. Kinderen, soms niet eens wees, hechten zich aan vrijwilligers die dikwijls maar een paar dagen komen helpen. Die industrie is kwalijk en zou moeten stoppen. Daarom werken we bij World Servants niet in weeshuizen en onderschrijven we de richtlijnen van het Better Care Network van harte.
Natuurlijk moet bij vrijwilligersprojecten worden gezorgd voor sterke partnerschappen met lokale organisaties, met een lange termijnstrategie en inbedding in lokale structuren. Natuurlijk moet rekening worden gehouden met de lokale context en natuurlijk moeten vrijwilligers door de zendende organisatie gedegen worden voorbereid. Als een project goed wordt georganiseerd, is het tot blijvende opbouw van zowel de lokale gemeenschap als de vrijwilliger.
Een vrijwilliger die door World Servants wordt uitgezonden komt om te leren, om servant te zijn. We nodigen Klaas Harink uit om met ons op reis te gaan en te zien dat dienen alles verandert. Die ervaring gunnen we iedere kerk en iedere jongere.
Het gesprek met Klaas Harink kreeg op 29 augustus een vervolg op NPO Radio 1.