In Matuku is geen dag hetzelfde. Ook vandaag weer een dag vol avontuur.
Gisteravond hadden we bij het kampvuur een gezamenlijke maaltijd met de lokale bouwlieden. Samen eten, samen zingen, samen bidden. Wij baden het Onze Vader in het Nederlands, zij in hun eigen taal. Dat klonk mooi. We eindigden met het zingen van 'We want to thank you for the good good work' (iedereen die ooit mee is geweest weet dat dit een variant is op het dankliedje 'We want to thank you for the good good food').
Vanmorgen was het weer ons normale ochtendritueel, met onze laatste GMG. Wat hebben we samen veel gedaan, gezien, gevoeld, geroken en geleerd. 'Wat neem je mee naar Nederland', was de centrale vraag. Mensen thuis: houd er rekening mee dat we anders terugkomen dan dat we weggingen.
Na de GMG zijn we een uurtje door elkaar getrild achterop de vrachtwagen, om in Mkushi naar de markt te gaan. Vervolgens hebben we Gerda, een Nederlandse die in Zambia woont, bezocht. Ze heeft haar bijzondere verhaal verteld en haar voedselproject laten zien. We konden er ook souvenirs kopen, voordat we weer een uur hotsend en botsend terugreden.
De rest van de dag stond voor twee groepen in het teken van de laatste huisbezoeken. We zoeken mensen die we kennen thuis op, om te ontdekken hoe ze leven en om hun verhaal (nog) beter te begrijpen. Ondertussen werd door een aantal groepsleden het gereedschap geteld, onderhouden en ingevet voor opslag, zodat de volgende groep die hier arriveert meteen goed van start kan op de bouw.
Wederom: het is nog altijd druk, warm en zeker gezellig in Matuku.