Hoofdleider Betty Hoekstra blikt terug op het project in Tanzania, de afgelopen weken. Ze doet dat op een bijzondere manier: door de ogen van een van de kinderen die ze leerde kennen tijdens het project.
Wat is het toch fijn. Wat is het toch fijn om jou, wit mens uit Nederland hier te hebben. Je ziet er mooi uit. Met je shirt en tuinbroek. Op je hoofd draag je een pet. Het is allemaal wel wat vies. Maar hé, heb je mijn kleren gezien? Ze waren ooit van mijn zus die ze kreeg van iemand uit jouw land. Het kwam hier aan in een grote tas. Afgedankt spul uit Nederland en de afdankertjes van mijn zus. Spiderman staat erop. Nooit van gehoord.
Waar kom je vandaan? Een huis van steen zeg je? Met een dak? En, als het regent, zit je dan droog? En…dat huis heb je niet eens zelf hoeven bouwen? Hoe bestaat het! Kijk eens in mijn huisje. Mijn vader heeft het gemaakt. Takken zijn in elkaar gevlochten. Kluwen modder moeten het warm houden. En jij…? Een keuken met een magnetron, eierkoker en keramische kookplaat? Waarom zoveel? Kijk eens naar mijn kookpot, middenin de kamer. Straks liggen wij hier met z’n achten op een rijtje naast het houtskool. We hoesten ons dan een ongeluk van de lucht. En jij…? Jij slaapt straks in je warme bed. Eerst nog even douchen, chips eten voor de buis en dan lekker slapen.
Kijk, hier. Ons maïsveld. Wij kunnen niet naar school, maar helpen op het land. De oogst is mislukt. Als we geluk hebben, krijgen we daarom 1 maaltijd per dag. Onze ouders eten bijna nooit omdat er te weinig is. En jij? Jij gaat gewoon in het tussenuur (nou ja…eigenlijk spijbel je gewoon) naar de Mac voor een Big Tasty. Vanavond eten jullie namelijk boontjes en die lust je niet. Vandaar.
Ja, maar ik vind het mooi dat je gekomen bent. Ik vind het gaaf dat je jouw plastic wereld voor drie weken achter je hebt gelaten voor mij. Ik vind het tof om jou te ontmoeten, om gekke liedjes van je te leren en om met je te dansen. Ik wil je leren kennen omdat jij naar mij omkijkt. Omdat je iets voor me wilt doen. Je geeft mijn gezin een thuis. Een plek om te wonen.
Weet je. Ik snap het heel goed dat het wennen is. Dat je mijn wereld niet begrijpt dat het lijkt alsof je in een film loopt en het niet echt is. Maar dat is het wel. Voor mij is het elke dag knokken, vechten voor mijn leven. Ik weet niet of ik vandaag ziek van de rook wordt, dat mijn moeder morgen zal overlijden van de honger of dat er volgende week te eten zal zijn. In jouw leven zijn die zorgen niet.
En daarom, lieve blanke. Maak je daarom geen zorgen. Jouw wereld, jouw leven is goed. Je hebt zoveel om dankbaar voor te zijn. Doe dat ook. Wees dankbaar. Dat ben ik namelijk ook. Voor mijn leven, mijn ouders, het eten wat ik krijg en…voor mijn nieuwe huis.